Volledige beschrijving geselecteerd orgel
Geringswalde, Deutschland (Sachsen) - Martin-Luther-Kirche
Gemeente: Geringswalde
Adres: Lutherplatz, 09326, Geringswalde
Website: http://www.kirchspiel-rochlitzer-land.de/
Beschrijving nr.: 2018358.
Gebouwd door: Ladegast & Sohn (1890) - opus 126
Afgebroken (1925)
De Martin-Luther-Kirche in Geringswalde is gebouwd in de jaren 1888-1890 in neogotische stijl. Friedrich Ladegast kreeg de opdracht voor de bouw van een nieuw orgel. Het orgel kreeg drie manualen en pedaal met 31 stemmen. Ladegast nam enkele houten registers over uit het orgel dat in de oude dorpskerk stond. Op 28 september 1890 is het orgel in gebruik genomen. In 1917 werden de frontpijpen gevorderd. Oskar Ladegast haalde deze uit het orgel. In 1921 voerde de firma Jehmlich werkzaamheden uit aan het orgel. Op aanraden van de firma Schmeisser besloot men het orgel in 1925 het orgel door deze firma te laten herbouwen met pneumatische tractuur. Als adviseur werd Karl Hoyer aangesteld. Het oude orgel werd geheel afgebroken. Van Ladegast nam Schmeisser in het nieuwe orgel 25 registers geheel of gedeeltelijk over. Baurat Zeißig ontwierp het nieuwe front. Op 22 augustus 1926 is het orgel in gebruik genomen.
Technische gegevens
Dispositie
Hauptwerk (C-f'''): Bordun 16', Principal 8', Viola di Gambe 8', Flauto Amabile 8', Doppelflöte 8', Principal 4', Gemshorn 4', Quinte 2 2/3', Octave 2', Cornett 2-3 fach, Mixtur 4 fach.
Oberwerk (C-f'''): Lieblich Gedackt 16', Geigenprincipal 8', Salicional 8', Rohrflöte 8', Flauto Traversa 8', Octave 4', Flauto Minor 4', Progressio Harmonica 2-4 fach, Clarinette 8'.
Echowerk (C-f'''): Viola d'Amour 8', Flauto Traversa 8', Lieblich Gedackt 8', Salicional 4'.
Pedal (C-d'): Principalbaß 16', Violon 16', Subbaß 16', Cello 8', Baßflöte 8', Quinte 5 1/3', Posaunenbaß 16'.
Koppelingen: Hauptwerk - Oberwerk, Hauptwerk - Echowerk, Pedal - Hauptwerk.
Speelhulpen: Crescendo-Decrescendo (Tritt), Collektivtritt zum Echowerk, Calcantenruf.
Geringswalde, Deutschland (Sachsen) - Martin-Luther-Kirche
Gemeente: Geringswalde
Adres: Lutherplatz, 09326, Geringswalde
Website: http://www.kirchspiel-rochlitzer-land.de/
Beschrijving nr.: 2018358.
Gebouwd door: Ladegast & Sohn (1890) - opus 126
Afgebroken (1925)
Jaar | Orgelbouwer | Opus | Activiteit | 1890 | Ladegast & Sohn | 126 | nieuwbouw | 1917 | Ladegast & Sohn | diverse werkzaamheden | 1921 | Jehmlich Orgelbau | diverse werkzaamheden |
De Martin-Luther-Kirche in Geringswalde is gebouwd in de jaren 1888-1890 in neogotische stijl. Friedrich Ladegast kreeg de opdracht voor de bouw van een nieuw orgel. Het orgel kreeg drie manualen en pedaal met 31 stemmen. Ladegast nam enkele houten registers over uit het orgel dat in de oude dorpskerk stond. Op 28 september 1890 is het orgel in gebruik genomen. In 1917 werden de frontpijpen gevorderd. Oskar Ladegast haalde deze uit het orgel. In 1921 voerde de firma Jehmlich werkzaamheden uit aan het orgel. Op aanraden van de firma Schmeisser besloot men het orgel in 1925 het orgel door deze firma te laten herbouwen met pneumatische tractuur. Als adviseur werd Karl Hoyer aangesteld. Het oude orgel werd geheel afgebroken. Van Ladegast nam Schmeisser in het nieuwe orgel 25 registers geheel of gedeeltelijk over. Baurat Zeißig ontwierp het nieuwe front. Op 22 augustus 1926 is het orgel in gebruik genomen.
Technische gegevens
Aantal registers per werk | |
- Hauptwerk | 11 |
- Oberwerk | 9 |
- Echowerk | 4 |
- Pedal | 7 |
Totaal aantal stemmen | 31 |
Toetstractuur | Mechanisch |
Registertractuur | Mechanisch |
Windlade(n) | Kegelladen |
Dispositie
Hauptwerk (C-f'''): Bordun 16', Principal 8', Viola di Gambe 8', Flauto Amabile 8', Doppelflöte 8', Principal 4', Gemshorn 4', Quinte 2 2/3', Octave 2', Cornett 2-3 fach, Mixtur 4 fach.
Oberwerk (C-f'''): Lieblich Gedackt 16', Geigenprincipal 8', Salicional 8', Rohrflöte 8', Flauto Traversa 8', Octave 4', Flauto Minor 4', Progressio Harmonica 2-4 fach, Clarinette 8'.
Echowerk (C-f'''): Viola d'Amour 8', Flauto Traversa 8', Lieblich Gedackt 8', Salicional 4'.
Pedal (C-d'): Principalbaß 16', Violon 16', Subbaß 16', Cello 8', Baßflöte 8', Quinte 5 1/3', Posaunenbaß 16'.
Koppelingen: Hauptwerk - Oberwerk, Hauptwerk - Echowerk, Pedal - Hauptwerk.
Speelhulpen: Crescendo-Decrescendo (Tritt), Collektivtritt zum Echowerk, Calcantenruf.
Literatuur |
|