Spring naar content
Volledige beschrijving geselecteerd orgel
Situation from 1959 until 1980.

Paderborn, Deutschland (Nordrhein-Westfalen) - Hohen Domkirche Sankt Liborius, Turmorgel
Gemeente: Paderborn
Streek:Westfalen
Adres: Domplatz 3, 33098, Paderborn
Website: https://www.dom-paderborn.de/

Beschrijving nr.: 2068409.

Gebouwd door: Anton Feith jr. (1959)
Vervangen (1980)


  • De Domkirche te Paderborn werd in de jaren 1924-1926 gerestaureerd. De orgelmaker A. Feith uit Paderborn bouwde in diezelfde tijd drie nieuwe orgels voor de kerk, een hoofdorgel aan de torenwand met 66 stemmen, een koororgel met 33 stemmen en een crypte-orgel met 11 stemmen. Alle drie de instrumenten kregen een front met een open pijpenopstelling. Er waren drie speeltafels, maar vanaf de speeltafel van het koororgel konden alle orgel bespeeld worden. In 1945 werden het hoofd- en het koororgel geheel verwoest door bombardementen. Het crypte-orgel bleef gedeeltelijk behouden.
  • In de jaren 1949-1951 werd een nieuw koororgel gebouwd met 43 stemmen en in de jaren 1958-1959 een nieuw hoofdorgel met 63 stemmen, beide door Anton Feith. Op 13 december 1959 kon het orgel worden gewijd. Het crypte-orgel werd in 1971 gerestaureerd en uitgebreid tot 15 stemmen. De instrumenten kregen ook nu geen orgelkas en een open front en electro-pneumatische kegelladen.
  • In de jaren 1977-1981 is het kerkgebouw geheel gerestaureerd. De firma Siegfried Sauer kreeg toen de opdracht de drie orgels te herzien, grotendeels om te bouwen, en aan elkaar te koppelen. Een groot deel van het materiaal van Feith kreeg weer een plaats in de nieuwe orgels.

Technische gegevens
Aantal registers per werk
- I. Manual13
- II. Manual10
- III. Manual (Schwellwerk)16
- IV. Manual10
- Pedal14
Totaal aantal stemmen63
ToetstractuurElectrisch
RegistertractuurElectrisch
Windlade(n)Sleepladen

Dispositie
I. Manual (C-g'''): Großprinzipal 16', Oktave 8', Spitzgamba 8', Grobgedackt 8', Großquinte 5 1/3', Oktave 4', Hohlflöte 4', Superoktave 2', Rauschquinte 3 fach, Mixtur 5-6 fach, Scharff 4 fach, Trompete 16', Trompete 8'.
II. Manual (C-g'''): Rohrflöte 8', Quintadena 8', Singend Prinzipal 4', Spitzflöte 4', Flachflöte 2', Quinte 1 1/3', Sesquialter 2 fach, Scharff 4 fach, Dulcian 16', Schalmey 8'.
III. Manual (Schwellwerk) (C-g'''): Gedacktpommer 16', Holzprinzipal 8', Zartgedackt 8', Weidenpfeife 8', Schwebung 8', Oktave 4', Koppelflöte 4', Gemsquinte 2 2/3', Oktave 2', Terzflöte 1 3/5', Waldflöte 1 1/3', Sifflöte 1', Mixtur 5-6 fach, Trompette Harmonique 8', Oboe 8', Clairon 4'.
IV. Manual (C-g'''): Rohrquintade 8', Lieblich Gedackt 8', Querflöte 4', Prinzipal 2', Schweizerpfeife 1', Septime 4/7', Echokornett 3 fach, Zymbel 3 fach, Trichter-Dulcian 8', Geigend Regal 4'.
Pedal (C-f'): Prinzipal 16', Weitgedackt 16', Gedacktbaß 16', Oktave 8', Gemshorn 8', Choralbaß 4', Baßflöte 4', Nachthorn 2', Mixtur 6 fach, Bombarde 32', Posaune 16', Baßtrompete 8', Clarine 4', Singend Kornett 2'.

Literatuur
  • Die Orgel im Dom zu Paderborn. - Brochure, ca. 1960.
  • Hoher Dom Paderborn : Orgelgeschichte. - In: Kirchenmusikalische Mitteilungen Erzbistum Paderborn, 1/2006.

Situation from 1959 until 1980.