Spring naar content
Ausführliche Beschreibung der vorgewählten Orgel
Großpostwitz, Deutschland (Sachsen) - Evangelisch-Lutherische Kirche
Gemeinde: Großpostwitz
Region:Oberlausitz
Adresse: Hauptstraße 1, 02692, Großpostwitz
Website: http://www.kirche-grosspostwitz.de/

Beschreibung nr.: 2040201.

Gebaut von: Urban Kreutzbach (1857) - Opus 50

JahrOrgelbauerOpusAktivität
1857 Urban Kreutzbach50 Neubau
1893 Eduard Berger  Übersetzung

  • In 1857 bouwde Urban Kreutzbach een tweeklaviers orgel voor de kerk van Großpostwitz. Het kerkgebouw werd in 1893 ingrijpend verbouwd. Het orgel is door Eduard Berger gerevsieerd en opnieuw geïntoneerd. Het Hinterwerk breidde hij uit met een Harmonica 8'. Op 6 november 1893 werden kerk en orgel weer in gebruik genomen.
  • De frontpijpen zijn in 1917 gevorderd. Deze werden later vervangen door zinken exemplaren. In 1932 voerde de firma Eule een revisie uit. Zij vernieuwden de Trompete en de Posaune (geleverd door Laukhuff). De dispositie werd met vier nieuwe registers uitgebreid, geplaatst op een extra pneumatische lade. Het betrof een Aeoline 8' op het Hauptwerk, Quintatön 16' en Geigenprincipal 8' op het Hinterwerk en een Choralbaß 4' op het pedaal. In 1951 werkte Eule weer aan het orgel. Op het Hinterwerk werden een Terzflöte 1 3/5' en een Sifflöte 1' geplaatst. Op het pedaal werd de Quint 12' vervangen door een Oktave 2'. De Choralbaß uit 1932 werd vernieuwd.
  • Het orgel is in de jaren 1979-1980 gerestaureerd door Eule. Daarbij zijn nieuwe tinnen frontpijpen geplaatst.

Technische Daten
Anzahl Register pro Manual
- Hauptwerk12
- Hinterwerk14
- Pedal6
Gesamtzahl der Stimmen32
TastentrakturMechanical
RegistertrakturMechanical
Windlade(n)Slider chests
Tonhöhea' = 435 Hz
TemperaturEqual temperament
Winddruck75 mm

Disposition
Hauptwerk (C-e'''): Bordun 16', Principal 8', Viola di Gamba 8', Rohrflöte 8', Aeoline 8' - 1932, Octave 4', Gedackt 4', Quinte 3', Octave 2', Cornett 4 fach (from g°), Mixtur 3 fach (2'), Trompete 8' - 1932.
Hinterwerk (C-e'''): Quintatön 16' - 1932, Geigenprincipal 8' - 1932, Salicional 8', Quintatön 8', Gedackt 8', Fugara 8', Principal 4', Spitzflöte 4', Naßat 3', Octave 2', Terzflöte 1 3/5' - 1951, Sifflöte 1' - 1951, Mixtur 3 fach (1'), Harmonica 8' - 1893.
Pedal (C-e'): Violonbass 16', Subbass 16', Cello 8', Choralbass 4' - 1951, Oktave 2' - 1951, Posaunenbass 16' - 1932.
Koppeln: Manualkoppel, Pedalkoppel.

Übrige dispositiondaten
Mehrere dispositionen De oorspronkelijke dispositie luidde:
Hauptwerk: Bordun 16', Principal 8', Viola di Gamba 8', Rohrflöte 8', Octave 4', Gedackt 4', Quinte 3', Octave 2', Cornett 4 fach (vanaf g°), Mixtur 3 fach (2'), Trompete 8'.
Hinterwerk: Salicional 8', Quintatön 8', Gedackt 8', Fugara 8', Principal 4', Spitzflöte 4', Naßat 3', Octave 2', Mixtur 3 fach (1').
Pedal: Violonbass 16', Subbass 16', Quintenbass 12', Cello 8', Posaunenbass 16'.
Koppelingen: Manualkoppel, Pedalkoppel.
Literatur
  • Orgelbau-Nachrichten. - In: Zeitschrift für Instrumentenbau, 14. Jahrg. No. 24, 21. Mai 1894.
  • Urban Kreutzbach (1796-1868) : Leben und Werk / Klaus Walter, Wolfram Hackel, Gert Rothe. - In: Acta Organologica ; Band 33. - Kassel : Merseburger, 2013. - (260. Veröffentlichung der Gesellschaft der Orgelfreunde).