Volledige beschrijving geselecteerd orgel
Bron: Postcard
Sighişoara, România (Mureş) - Biserică Mănăstirii (Klosterkirche)
Streek:Transilvania
Beschrijving nr.: 2033441.
Gebouwd door: Gebrüder Rieger (1905)
Het orgel bevat ouder materiaal: Orgelkas uit 17th century van Johannes Vest
Orgel van Rieger uit 1905. Het front is veel ouder, dit dateert uit de zeventiende eeuw en is een werkstuk van Johannes Vest. In 1910 breidde Rieger het pedaal uit met een Violon 16'. Het orgel is in 1978 gerestaureerd door Hermann Binder. Daarbij is de dispositie gewijzigd. Op het eerste manuaal verving hij de Concertflöte 8' en de Rohrflöte 4' door respectievelijk een Sifflöte 2' en een Quinte 2 2/3'. Op manuaal twee werd de Gamba vervangen door een Quinte 2 2/3', en de Gemshorn 4' door een Waldflöte 2'. Tenslotte verving hij op het derde klavier de Aeoline 8', Vox Coelestis 8' en Flageolett 2' door respectievelijk een Aeoline 4', Quinte 2 2/3' en Waldflöte 2'.
Technische gegevens
Dispositie
I. Manual: Bourdon 16', Principal 8', Fugara 8', Dolce 8', Gedeckt 8', Octave 4', Quinte 2 2/3' - 1978, Sifflöte 2' - 1978, Cornett 3-4 fach, Mixtur 4 fach, Trompete 8'.
II. Manual: Quintatön 8', Principal 8', Salicional 8', Flûte Harmonique 8', Octave 4', Quinte 2 2/3' - 1978, Waldflöte 2', Harmonia Aetherea 4 fach, Clarinette 8'.
III. Manual: Geigenprincipal 8', Lieblich Gedeckt 8', Flöte Traverse 4', Aeoline 4' - 1905/1978, Quinte 2 2/3' - 1978, Waldflöte 2' - 1978, Oboe 8'.
Pedal: Contrabaß 16', Violon 16' - 1910, Subbaß 16', Octavbaß 8', Principalbaß 8', Cello 8', Octave 4', Posaune 16'.
Koppelingen: I. Manual - II. Manual, I. Manual - III. Manual, Pedal - I. Manual, Pedal - II. Manual, Pedal - III. Manual, Superoctavkoppel I. Manual - II. Manual, Superoctavkoppel I. Manual - III. Manual.
Speelhulpen: 1 freie Kombination, 5 feste Kombinationen (p - mf - f - ff - tutti), Crescendo-Decrescendo.
Bron: Postcard
Sighişoara, România (Mureş) - Biserică Mănăstirii (Klosterkirche)
Streek:Transilvania
Beschrijving nr.: 2033441.
Gebouwd door: Gebrüder Rieger (1905)
Het orgel bevat ouder materiaal: Orgelkas uit 17th century van Johannes Vest
Jaar | Orgelbouwer | Opus | Activiteit | 17th century | Johannes Vest | nieuwbouw | 1905 | Gebrüder Rieger | nieuwbouw in bestaande kas | 1910 | Gebrüder Rieger | uitbreiding | 1978 | Hermann Binder | restauratie |
Orgel van Rieger uit 1905. Het front is veel ouder, dit dateert uit de zeventiende eeuw en is een werkstuk van Johannes Vest. In 1910 breidde Rieger het pedaal uit met een Violon 16'. Het orgel is in 1978 gerestaureerd door Hermann Binder. Daarbij is de dispositie gewijzigd. Op het eerste manuaal verving hij de Concertflöte 8' en de Rohrflöte 4' door respectievelijk een Sifflöte 2' en een Quinte 2 2/3'. Op manuaal twee werd de Gamba vervangen door een Quinte 2 2/3', en de Gemshorn 4' door een Waldflöte 2'. Tenslotte verving hij op het derde klavier de Aeoline 8', Vox Coelestis 8' en Flageolett 2' door respectievelijk een Aeoline 4', Quinte 2 2/3' en Waldflöte 2'.
Technische gegevens
Aantal registers per werk | |
- I. Manual | 11 |
- II. Manual | 9 |
- III. Manual | 7 |
- Pedal | 8 |
Totaal aantal stemmen | 35 |
Toetstractuur | Pneumatisch |
Registertractuur | Pneumatisch |
Windlade(n) | Kegelladen |
Dispositie
I. Manual: Bourdon 16', Principal 8', Fugara 8', Dolce 8', Gedeckt 8', Octave 4', Quinte 2 2/3' - 1978, Sifflöte 2' - 1978, Cornett 3-4 fach, Mixtur 4 fach, Trompete 8'.
II. Manual: Quintatön 8', Principal 8', Salicional 8', Flûte Harmonique 8', Octave 4', Quinte 2 2/3' - 1978, Waldflöte 2', Harmonia Aetherea 4 fach, Clarinette 8'.
III. Manual: Geigenprincipal 8', Lieblich Gedeckt 8', Flöte Traverse 4', Aeoline 4' - 1905/1978, Quinte 2 2/3' - 1978, Waldflöte 2' - 1978, Oboe 8'.
Pedal: Contrabaß 16', Violon 16' - 1910, Subbaß 16', Octavbaß 8', Principalbaß 8', Cello 8', Octave 4', Posaune 16'.
Koppelingen: I. Manual - II. Manual, I. Manual - III. Manual, Pedal - I. Manual, Pedal - II. Manual, Pedal - III. Manual, Superoctavkoppel I. Manual - II. Manual, Superoctavkoppel I. Manual - III. Manual.
Speelhulpen: 1 freie Kombination, 5 feste Kombinationen (p - mf - f - ff - tutti), Crescendo-Decrescendo.
Overige dispositiegegevens | |
---|---|
Verschillende disposities |
De dispositie luidde vanaf 1910: I. Manual: Bourdon 16', Principal 8', Concertflöte 8', Fugara 8', Dolce 8', Gedeckt 8', Octave 4', Rohrflöte 4', Cornett 3-4 fach, Mixtur 4 fach, Trompete 8'. II. Manual: Quintatön 8', Principal 8', Gamba 8', Salicional 8', Flûte Harmonique 8', Octave 4', Gemshorn 4', Harmonia Aetherea, Clarinette 8'. III. Manual: Geigenprincipal 8', Lieblich Gedeckt 8', Aeoline 8', Vox Coelestis 8', Flöte Traverse 4', Flageolett 2', Oboe 8'. Pedal: Contrabaß 16', Violon 16' - 1910, Subbaß 16', Octavbaß 8', Principalbaß 8', Cello 8', Octave 4', Posaune 16'. Koppelingen: I. Manual - II. Manual, I. Manual - III. Manual, Pedal - I. Manual, Pedal - II. Manual, Pedal - III. Manual, Superoctavkoppel I. Manual - II. Manual, Superoctavkoppel I. Manual - III. Manual. Speelhulpen: 1 freie Kombination, 5 feste Kombinationen (p - mf - f - ff - tutti), Crescendo-Decrescendo. |
Literatuur |
Orgeln in Siebenbürgen : Ein Beitrag zur siebenbürgischen Orgelgeschichte von den Anfängen bis zur Mitte 19. Jahrhunderts / Hermann Binder. - Kludenbach : Gehann-Musik-Verlag, 2000. - (Musikgeschichtliche Studien ; Band 5). |
Links |
http://orgeldatei.evang.ro/organ/view/683 |