Ausführliche Beschreibung der vorgewählten Orgel
Bockau, Deutschland (Sachsen) - Dorfkirche
Gemeinde: Bockau
Region:Erzgebirge
Beschreibung nr.: 2031531.
Gebaut von: Urban Kreutzbach (1860) - Opus 59
Nadat het kerkgebouw van Bockau in 1860 was verbouwd en uitgebreid is ook een nieuw orgel geleverd door Urban Kreutzbach. Het instrument had 21 stemmen, twee manualen en pedaal. In december 1860 is het in gebruik genomen. De frontpijpen werden in 1917 gevorderd en zijn in 1922 door de firma Jehmlich herplaatst, het zijn tinnen pijpen. In 1952 voerde Jehmlich een restauratie uit. De dispositie is daarbij gewijzigd en uitgebreid. In 1972 voerde Wilhelm Rühle opnieuw wijzigingen uit, en ook is de intonatie geheel herzien.
Technische Daten
Disposition
Hauptwerk (C-e'''): Bordun 16', Principal 8', Viola di Gamba 8', Rohrflöte 8', Octave 4', Gedackt 4', Quinte 3', Octave 2', Cornett 4 fach, Sesquialter 1-2 fach - 1972, Mixtur 3 fach, Trompete 8' - 1972.
Hinterwerk (C-e'''): Quintade 8' - 1952, Doppelflöte 8', Fugara 8', Salicional 8', Principal 4', Rohrflöte 4', Nassat 3', Gemshorn 2', Quinte 1 1/3' - 1952, Oktave 1' - 1952, Zimbel 3 fach - 1952.
Pedal (C-e'): Subbass 16', Oktavbass 8' - 1860/1972, Choralbass 4' - 1860/1972, Mixtur 3 fach - 1952, Posaunenbass 16'.
Koppeln: Manualcoppel, Pedalcoppel.
Nebenregister und Spielhilfen: Tremulant - 1972, Calcantenklingel.
Bockau, Deutschland (Sachsen) - Dorfkirche
Gemeinde: Bockau
Region:Erzgebirge
Beschreibung nr.: 2031531.
Gebaut von: Urban Kreutzbach (1860) - Opus 59
Jahr | Orgelbauer | Opus | Aktivität | 1860 | Urban Kreutzbach | 59 | Neubau | 1922 | Jehmlich Orgelbau | Verschiedene Tätigkeiten | 1952 | Jehmlich Orgelbau | Restaurierung und Vergrößerung | 1972 | W. Rühle & Sohn | Änders der Disposition |
Nadat het kerkgebouw van Bockau in 1860 was verbouwd en uitgebreid is ook een nieuw orgel geleverd door Urban Kreutzbach. Het instrument had 21 stemmen, twee manualen en pedaal. In december 1860 is het in gebruik genomen. De frontpijpen werden in 1917 gevorderd en zijn in 1922 door de firma Jehmlich herplaatst, het zijn tinnen pijpen. In 1952 voerde Jehmlich een restauratie uit. De dispositie is daarbij gewijzigd en uitgebreid. In 1972 voerde Wilhelm Rühle opnieuw wijzigingen uit, en ook is de intonatie geheel herzien.
Technische Daten
Anzahl Register pro Manual | |
- Hauptwerk | 12 |
- Hinterwerk | 11 |
- Pedal | 5 |
Gesamtzahl der Stimmen | 28 |
Tastentraktur | Mechanical |
Registertraktur | Mechanical |
Windlade(n) | Slider chests |
Tonhöhe | a' = 440 Hz |
Temperatur | Equal temperament |
Disposition
Hauptwerk (C-e'''): Bordun 16', Principal 8', Viola di Gamba 8', Rohrflöte 8', Octave 4', Gedackt 4', Quinte 3', Octave 2', Cornett 4 fach, Sesquialter 1-2 fach - 1972, Mixtur 3 fach, Trompete 8' - 1972.
Hinterwerk (C-e'''): Quintade 8' - 1952, Doppelflöte 8', Fugara 8', Salicional 8', Principal 4', Rohrflöte 4', Nassat 3', Gemshorn 2', Quinte 1 1/3' - 1952, Oktave 1' - 1952, Zimbel 3 fach - 1952.
Pedal (C-e'): Subbass 16', Oktavbass 8' - 1860/1972, Choralbass 4' - 1860/1972, Mixtur 3 fach - 1952, Posaunenbass 16'.
Koppeln: Manualcoppel, Pedalcoppel.
Nebenregister und Spielhilfen: Tremulant - 1972, Calcantenklingel.
Übrige dispositiondaten | |
---|---|
Mehrere dispositionen |
De oorspronkelijke dispositie luidde: Hauptwerk: Bordun 16', Principal 8', Viola di Gamba 8', Rohrflöte 8', Octave 4', Gedackt 4', Quinte 3', Octave 2', Cornett 4 fach, Mixtur 3 fach. Hinterwerk: Doppelflöte 8', Fugara 8', Salicional 8', Principal 4', Rohrflöte 4', Nassat 3', Gemshorn 2'. Pedal: Subbass 16', Violonbass 16', Violoncello 8', Posaunenbass 16'. Manualcoppel, Pedalcoppel, Calcantenklingel. |
Literatur |
Urban Kreutzbach (1796-1868) : Leben und Werk / Klaus Walter, Wolfram Hackel, Gert Rothe. - In: Acta Organologica ; Band 33. - Kassel : Merseburger, 2013. - (260. Veröffentlichung der Gesellschaft der Orgelfreunde). |