Spring naar content
Ausführliche Beschreibung der vorgewählten Orgel
Leipzig, Deutschland (Sachsen) - Dorfkirche Sommerfeld
Gemeinde: Leipzig
Adresse: Arnoldplatz, 04319, Sommerfeld
Website: http://www.kirche-engelsdorf.de/

Beschreibung nr.: 2030141.

Gebaut von: Urban Kreutzbach (1861)

JahrOrgelbauerOpusAktivität
1861 Urban Kreutzbach  Neubau
ca. 1900? Builder unknown  Änders der Disposition
1931 Alfred Schmeisser  Restaurierung
1942 Alfred Schmeisser  Änders der Disposition
1957 Hermann Lahmann  Übersetzung
1989 Arwed Rietzsch  Restaurierung und Vergrößerung

  • De oude Sankt Kilianskirche in Bad Lausick, een voormalige kloosterkerk uit de middeleeuwen, kreeg in de achttiende eeuw een barok interieur. Urban Kreutzbach bouwde in 1861 een nieuw orgel voor deze kerk, met een voor Kreutzbach ongebruikelijk front in rococo-stijl.
  • In 1917 zijn de frontpijpen gevorderd. In 1931 voerde de firma Schmeisser een revisie uit van het orgel. Daarbij zijn nieuwe frontpijpen van zink geplaatst. Schmeisser merkte op dat de Mixtur van het tweede manuaal al was vervangen door een Aeoline 8'. De Trompetenbass van het pedaal functioneerde niet, en werd door Schmeisser verwijderd. In de volgende jaren waren er verschillende reparaties.
  • In 1942 volgde een grotere revisie, eveneens door Schmeisser. Hierbij is het pedaalklavier vernieuwd. Ook werden registers verschoven: op het pedaal creëerde men een Choralbass 4' op de plaats van de Trompet, gemaakt van pijpwerk van de Viola di Gamba. Op deze plaats kwam de Salicional van het tweede manuaal, op de plaats van de Salicional de Aeoline, en op de lege plek van de Aeoline de Cymbel 2 fach van het Hauptwerk.
  • In 1957 kocht men voor de kerk in Bad Lausick een tweedehands orgel uit 1722, gebouwd door Silbermann/Trampeli, afkomstig uit Auligk. Het Kreutzbach-orgel werd verkocht naar Sommerfeld. De kerk in Sommerfeld was in 1943 verwoest door bombardementen en bezat oorspronkelijk een orgel van Kreutzbach uit 1859. Het orgel uit Bad Lausick werd door Hermann Lahmann gereviseerd en overgeplaatst in een gewijzigde opstelling,De pedaalladen kwamen aan de zijkant van het orgel te staan, met de nodige wijzigingen in de tractuur. Ook verwijderde Lahmann vijf registers (Cymbel, Fugara, Aeoline, Violonbass, Quintbass) en de Cello werd buiten het orgel opgeslagen. Het was de bedoeling op de lege plaatsen meer barokke registers te zetten, maar dat is nooit doorgegaan.
  • Een laatste restauratie was in 1989 door Arwed Rietzsch. Hij maakte het orgel schoon en plaatste vijf registers, afkomstig uit het Kreutzbach-orgel van de Sankt Laurentiuskirche in Zwenkau uit 1837, dat werd afgebroken. Het betreft de stemmen Viola di Gamba 8', Trompete 8' (door Hans Michel in 1928 geplaatst), Mixtur 3 fach, Violonbass 16' en Gemshorn 4' (samengesteld uit pijpwerk van Spitzflöte 8' en Nassat 3'). De Violoncello is niet herplaatst, maar ligt opgeslagen bij het orgel. Ook werd de niet meer bruikbare Posaunenbass 16' van de lade gehaald, in afwachting van een revisie.

Kurze Übersicht der Orte, an denen die Orgel gestanden hat
1861Bad LausickSankt Kilianskirche
1957LeipzigDorfkirche Sommerfeld

Technische Daten
Anzahl Register pro Manual
- Hauptwerk11
- Hinterwerk7
- Pedal7 (5)
Gesamtzahl der Stimmen25 (23)
TastentrakturMechanical
RegistertrakturMechanical
Windlade(n)Slider chests
Winddruck82 mm

Disposition
Hauptwerk (C-e'''): Bordun 16', Principal 8', Viola di Gamba 8' - 1837, Rohrflöte 8', Octave 4', Gedackt 4', Quinte 3', Octave 2', Cornett 4 fach, Mixtur 4 fach, Trompete 8' - 1928.
Hinterwerk (C-e'''): Gedackt 8', Salicional 8', Flauto 8', Principal 4', Nassat 3', Waldflöte 2', Mixtur 3 fach - 1837.
Pedal (C-e'): Subbass 16', Violonbass 16' - 1837, Principalbass 8', Violoncello 8' - niet meer geplaatst, Choralbass 4' - 1861/1942, Gemshorn 4' - 1837/1989, Posaunenbass 16' - niet meer geplaatst.
Koppeln: Manualcoppel, Pedalcoppel.
Nebenregister und Spielhilfen: Calcantenklingel.

Übrige dispositiondaten
Mehrere dispositionen De oorspronkelijke dispositie luidde:
Hauptwerk: Bordun 16', Principal 8', Viola di Gamba 8', Rohrflöte 8', Octave 4', Gedackt 4', Quinte 3', Octave 2', Cornett 4 fach, Mixtur 4 fach, Cymbel 2 fach.
Hinterwerk: Gedackt 8', Salicional 8', Flauto 8', Principal 4', Fugara 4', Nassat 3', Waldflöte 2', Mixtur 3 fach.
Pedal: Subbass 16', Violonbass 16', Quintenbass 12', Principalbass 8', Violoncello 8', Posaunenbass 16', Trompetenbass 8'.
Koppelingen: Manualcoppel, Pedalcoppel.
Speelhulpen: Calcantenklingel.
Literatur Urban Kreutzbach (1796-1868) : Leben und Werk / Klaus Walter, Wolfram Hackel, Gert Rothe. - In: Acta Organologica ; Band 33. - Kassel : Merseburger, 2013. - (260. Veröffentlichung der Gesellschaft der Orgelfreunde).