Ausführliche Beschreibung der vorgewählten Orgel
Nohra (bei Weimar), Deutschland (Thüringen) - Sankt Petruskirche
Gemeinde: Nohra
Beschreibung nr.: 2023425.
Gebaut von: Johann Georg Kummer (1795)
In de Petruskirche te Nohra staat een fraai orgel van Johann Georg Kummel, gebouwd in de jaren 1794-1795. Het instrument werd in 1817 verbouwd door Friedrich Sorge. In 1892 raakte het orgel beschadigd door blikseminslag. Het werd gerepareerd door Karl Hickmann. In 1926 werkte Hans Helfenbein aan het instrument. Hij plaatste enkele romantische registers en eveneens nieuwe frontpijpen, omdat de oude in 1917 waren gevorderd. In de jaren 1995-2006 is het orgel geheel gerestaureerd door Rösel & Hercher in verschillende fasen. Daarbij is het grotendeels teruggebracht naar de originele toestand. Ook zijn er nieuwe tinnen frontpijpen geplaatst.
Technische Daten
Disposition
Hauptwerk (C-d'''): Principal 8', Hohlflöte 8', Gambe 8', Quintatön 8', Principal 4', Flöte 4', Quinte 2 2/3', Octave 2', Mixtur 3 fach.
Oberwerk (C-d'''): Gedackt 8', Undamaris 8', Principal 4', Nachthorn 4', Flöte Travers 4', Octave 2', Cornett 3 fach.
Pedal (C-d'): Subbass 16', Violon 16', Octavbass 8', Posaune 16'.
Koppeln: Manualkoppel, Pedal - Hauptwerk.
Nebenregister und Spielhilfen: Calcant.
Nohra (bei Weimar), Deutschland (Thüringen) - Sankt Petruskirche
Gemeinde: Nohra
Beschreibung nr.: 2023425.
Gebaut von: Johann Georg Kummer (1795)
| Jahr | Orgelbauer | Opus | Aktivität | 1795 | Johann Georg Kummer | Neubau | 1817 | Friedrich Sorge | Umbau | 1892 | Karl Hickmann | Restaurierung | 1926 | Hans Helfenbein | Änders der Disposition | 2006 | Rösel & Hercher | Restaurierung |
In de Petruskirche te Nohra staat een fraai orgel van Johann Georg Kummel, gebouwd in de jaren 1794-1795. Het instrument werd in 1817 verbouwd door Friedrich Sorge. In 1892 raakte het orgel beschadigd door blikseminslag. Het werd gerepareerd door Karl Hickmann. In 1926 werkte Hans Helfenbein aan het instrument. Hij plaatste enkele romantische registers en eveneens nieuwe frontpijpen, omdat de oude in 1917 waren gevorderd. In de jaren 1995-2006 is het orgel geheel gerestaureerd door Rösel & Hercher in verschillende fasen. Daarbij is het grotendeels teruggebracht naar de originele toestand. Ook zijn er nieuwe tinnen frontpijpen geplaatst.
Technische Daten
| Anzahl Register pro Manual | |
| - Hauptwerk | 9 |
| - Oberwerk | 7 |
| - Pedal | 4 |
| Gesamtzahl der Stimmen | 20 |
| Tastentraktur | Mechanical |
| Registertraktur | Mechanical |
| Windlade(n) | Slider chests |
| Tonhöhe | a' = 435 Hz |
| Temperatur | Equal temperament |
Disposition
Hauptwerk (C-d'''): Principal 8', Hohlflöte 8', Gambe 8', Quintatön 8', Principal 4', Flöte 4', Quinte 2 2/3', Octave 2', Mixtur 3 fach.
Oberwerk (C-d'''): Gedackt 8', Undamaris 8', Principal 4', Nachthorn 4', Flöte Travers 4', Octave 2', Cornett 3 fach.
Pedal (C-d'): Subbass 16', Violon 16', Octavbass 8', Posaune 16'.
Koppeln: Manualkoppel, Pedal - Hauptwerk.
Nebenregister und Spielhilfen: Calcant.
| Literatur |
Königin der Instrumente : Ein Orgel-Führer durch die Region Weimar und Weimarer Land / Viola-Bianka Kießling. - Friedrichshafen : Fagott-Orgelverlag, 2007. |