Volledige beschrijving geselecteerd orgel
Foto: Jörg R. Becker
Schlüchtern, Deutschland (Hessen) - Evangelische Stadtkirche
Gemeente: Schlüchtern
Beschrijving nr.: 2013948.
Gebouwd door: Willi Peter (1970)
Afgebroken (1994)
Onder advies van Ernst Karl Rößler bouwde Willi Peter in 1970 een nieuw tweeklaviers orgel. Het Schwellwerk werd geplaatst op twee aparte windladen, die van elkaar gescheiden zijn. In 1976 is het orgel uitgebreid met een derde manuaal (Seitenwerk) en enkele registers. Het is niet meer aanwezig, maar werd vervangen door een orgel van de firma Karl Schuke.
Technische gegevens
Dispositie
Hauptwerk (C-g'''): Rohrpommer 16', Prinzipal 8', Gedeckt 8', Gemsquinte 5 1/3', Oktave 4', Schweizerpfeife 4', Nasat 2 2/3', Dolcan 2', Nachthorn 2', Spanische Hintersatz 3 fach (2 2/3'), Mixtur 6-7 fach (2'), Trompete 8', Tremulant.
Schwellwerk (C-g'''):
Schwellwerk I: Bleioktave 8', Rohrflöte 8', Prinzipal 4', Nachthorn 4', Doppeloktave 2' (2 fach), Gemsquinte 1 1/3', Sesquialtera 3 fach (2 2/3'), Un-Tredezime 2 fach (8/11') - 1976, Mixtur 4-5 fach - 1976, Basson 16', Tremulant.
Auxiliaire: Gemshorn 8', Scharf 5 fach, Rohrkrummhorn 8', Tremulant.
Seitenwerk (in zwelkast) (1976) (C-g'''): Gedeckt 8', Quintade 8', Prinzipal 4', Schwiegel 2 2/3' - 1970, Oktave 2', Schweizerpfeife 2', Terzflöte 1 3/5', Quinte 1 1/3', Oktave 1', Zimbel 4 fach, Dulcian 8'.
Pedal (C-f'): Prinzipal 16' - 1976, Subbaß 16', Quinte 10 2/3', Oktavbaß 8', Spitzflöte 4', Doppelrohrflöte 2', Rauschpfeife 4 fach (5 1/3'), Posaune 16', Feldtrompete 4'.
Koppelingen: Hauptwerk - Schwellwerk, Hauptwerk - Seitenwerk, Schwellwerk - Seitenwerk, Pedal - Hauptwerk, Pedal - Schwellwerk, Pedal - Seitenwerk.
Speelhulpen: 6 Setzer-Kombinationen, Crescendowalze.
Overige bronnen
Foto: Jörg R. Becker
Schlüchtern, Deutschland (Hessen) - Evangelische Stadtkirche
Gemeente: Schlüchtern
Beschrijving nr.: 2013948.
Gebouwd door: Willi Peter (1970)
Afgebroken (1994)
| Jaar | Orgelbouwer | Opus | Activiteit | 1970 | Willi Peter | nieuwbouw | 1976 | Willi Peter | uitbreiding |
Onder advies van Ernst Karl Rößler bouwde Willi Peter in 1970 een nieuw tweeklaviers orgel. Het Schwellwerk werd geplaatst op twee aparte windladen, die van elkaar gescheiden zijn. In 1976 is het orgel uitgebreid met een derde manuaal (Seitenwerk) en enkele registers. Het is niet meer aanwezig, maar werd vervangen door een orgel van de firma Karl Schuke.
Technische gegevens
| Aantal registers per werk | |
| - Hauptwerk | 12 |
| - Schwellwerk | 13 |
| - Seitenwerk | 11 |
| - Pedal | 9 |
| Totaal aantal stemmen | 45 |
| Toetstractuur | Electrisch |
| Registertractuur | Electrisch |
| Windlade(n) | Sleepladen |
Dispositie
Hauptwerk (C-g'''): Rohrpommer 16', Prinzipal 8', Gedeckt 8', Gemsquinte 5 1/3', Oktave 4', Schweizerpfeife 4', Nasat 2 2/3', Dolcan 2', Nachthorn 2', Spanische Hintersatz 3 fach (2 2/3'), Mixtur 6-7 fach (2'), Trompete 8', Tremulant.
Schwellwerk (C-g'''):
Schwellwerk I: Bleioktave 8', Rohrflöte 8', Prinzipal 4', Nachthorn 4', Doppeloktave 2' (2 fach), Gemsquinte 1 1/3', Sesquialtera 3 fach (2 2/3'), Un-Tredezime 2 fach (8/11') - 1976, Mixtur 4-5 fach - 1976, Basson 16', Tremulant.
Auxiliaire: Gemshorn 8', Scharf 5 fach, Rohrkrummhorn 8', Tremulant.
Seitenwerk (in zwelkast) (1976) (C-g'''): Gedeckt 8', Quintade 8', Prinzipal 4', Schwiegel 2 2/3' - 1970, Oktave 2', Schweizerpfeife 2', Terzflöte 1 3/5', Quinte 1 1/3', Oktave 1', Zimbel 4 fach, Dulcian 8'.
Pedal (C-f'): Prinzipal 16' - 1976, Subbaß 16', Quinte 10 2/3', Oktavbaß 8', Spitzflöte 4', Doppelrohrflöte 2', Rauschpfeife 4 fach (5 1/3'), Posaune 16', Feldtrompete 4'.
Koppelingen: Hauptwerk - Schwellwerk, Hauptwerk - Seitenwerk, Schwellwerk - Seitenwerk, Pedal - Hauptwerk, Pedal - Schwellwerk, Pedal - Seitenwerk.
Speelhulpen: 6 Setzer-Kombinationen, Crescendowalze.
| Overige dispositiegegevens | |
|---|---|
| Verschillende disposities |
De oorspronkelijke dispositie luidde: Hauptwerk: Rohrpommer 16', Prinzipal 8', Gedeckt 8', Gemsquinte 5 1/3', Oktave 4', Schweizerpfeife 4', Nasat 2 2/3', Dolcan 2', Nachthorn 2', Spanische Hintersatz 3 fach (2 2/3'), Mixtur 6-7 fach (2'), Trompete 8'. Schwellwerk: (Schwellwerk I), Bleioktave 8', Rohrflöte 8', Prinzipal 4', Nachthorn 4', Schwiegel 2 2/3', Doppeloktave 2' (2 fach), Gemsquinte 1 1/3', Sesquialtera 3 fach (2 2/3'), Cimbel 5 fach (1'), Basson-Schalmei 16', (Schwellwerk II), Gemshorn 8', Scharf 5 fach (1 1/3'), Rohrkrummhorn 8'. Pedal: Subbaß 16', Quinte 10 2/3', Oktavbaß 8', Spitzflöte 4', Doppelrohrflöte 2', Rauschpfeife 4 fach (5 1/3'), Posaune 16', Feldtrompete 4'. Koppelingen: Hauptwerk - Schwellwerk I, Hauptwerk - Schwellwerk II, Schwellwerk I - Schwellwerk II, Pedal - Hauptwerk, Pedal - Schwellwerk I, Pedal - Schwellwerk II. Speelhulpen: 2 freie Kombinationen. |
| Literatuur |
|
- Jörg R. Becker