Ausführliche Beschreibung der vorgewählten Orgel
Bild: Sebastian (Berlin)
Berlin, Deutschland (Berlin) - Sophienkirche (Mitte)
Gemeinde: Berlin
Adresse: Große Hamburger Straße 31, 10115, Berlin-Mitte
Website: http://www.gemeinde-am-weinberg.de/pages/kirchen/sophienkirche.php
Beschreibung nr.: 2013088.
Gebaut von: Alexander Schuke (1970) - Opus 407
Die Orgel enthält älteren Material: Organ case aus 1790 von Ernst Julius Marx
Het orgel in de Sophienkirche in Berlijn is oorspronkelijk een werkstuk van Ernst Marx, gebouwd in 1789-1790. Van dit orgel resten nog de orgelkas en een klein deel van het pijpwerk. Het orgel had twee manualen en pedaal met in totaal 31 stemmen. In 1877 is het instrument gerestaureerd en werd de dispositie gemoderniseerd door Carl August Buchholz. In 1892 besloot men de kerk een grondige renovatie te laten ondergaan. Het orgel werd hiertoe gedemonteerd en opgeslagen. De Gebrüder Dinse bouwden nu een geheel nieuw orgel met 36 stemmen in de oude kas. De middentoren werd verhoogd. Het instrument was op 21 november 1892 gereed en werd gekeurd door Franz Schulz. Op 20 december 1892 is het orgel samen met de kerk weer in gebruik genomen. De frontpijpen, die nog uit 1790 dateerden, moesten in 1917 worden ingeleverd. In 1919 zijn door Steinmeyer nieuwe exemplaren van zink geplaatst. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden delen van het orgel gedemonteerd en opgeslagen, waaronder het fraaie houtsnijwerk. Kerk en orgel kwamen de oorlog relatief ongeschonden door. Na de oorlog voerde Alexander Schuke in 1953 een restauratie uit. Echter, in 1961 werd besloten een nieuw orgel te laten bouwen door Schuke, in de oude kas, die weer in de oorspronkelijke staat werd hersteld. Op 21 juni 1970 werd dit nieuwe orgel in gebruik genomen. Het snijwerk moest nog worden gerestaureerd. Dit was in 1975 voltooid.
Technische Daten
Disposition
Hauptwerk (C-g'''): Quintadena 16', Principal 8', Rohrflöte 8', Oktave 4', Spitzflöte 4', Nassat 2 2/3', Oktave 2', Mixtur 5 fach (1 1/3'), Cymbel 3 fach (1/2'), Trompete 16', Tremulant.
Schwellwerk (C-g'''): Gedackt 8', Principal 4', Nachthorn 4', Oktave 2', Blockflöte 2', Terz 1 3/5', Quinte 1 1/3', Sifflöte 1', Scharff 4 fach (1'), Krummhorn 8', Tremulant.
Pedal (C-f'): Principal 16', Subbaß 16', Principalbaß 8', Gedacktbaß 8', Choralbaß 4', Mixtur 5 fach (2 2/3'), Posaune 16', Trompete 8'.
Koppeln: Hauptwerk - Schwellwerk, Pedal - Hauptwerk, Pedal - Schwellwerk.
Nebenregister und Spielhilfen: 2 freie Kombinationen, Organum Plenum.
Bild: Sebastian (Berlin)
Berlin, Deutschland (Berlin) - Sophienkirche (Mitte)
Gemeinde: Berlin
Adresse: Große Hamburger Straße 31, 10115, Berlin-Mitte
Website: http://www.gemeinde-am-weinberg.de/pages/kirchen/sophienkirche.php
Beschreibung nr.: 2013088.
Gebaut von: Alexander Schuke (1970) - Opus 407
Die Orgel enthält älteren Material: Organ case aus 1790 von Ernst Julius Marx
Jahr | Orgelbauer | Opus | Aktivität | 1790 | Ernst Julius Marx | Neubau | 1877 | Carl August Buchholz | Umbau | 1892 | Gebrüder Dinse | Neubau im alten Gehäuse | 1919 | G.F. Steinmeyer und Co. | Verschiedene Tätigkeiten | 1953 | Alexander Schuke | Restaurierung | 1970 | Alexander Schuke | 407 | Neubau im alten Gehäuse |
Het orgel in de Sophienkirche in Berlijn is oorspronkelijk een werkstuk van Ernst Marx, gebouwd in 1789-1790. Van dit orgel resten nog de orgelkas en een klein deel van het pijpwerk. Het orgel had twee manualen en pedaal met in totaal 31 stemmen. In 1877 is het instrument gerestaureerd en werd de dispositie gemoderniseerd door Carl August Buchholz. In 1892 besloot men de kerk een grondige renovatie te laten ondergaan. Het orgel werd hiertoe gedemonteerd en opgeslagen. De Gebrüder Dinse bouwden nu een geheel nieuw orgel met 36 stemmen in de oude kas. De middentoren werd verhoogd. Het instrument was op 21 november 1892 gereed en werd gekeurd door Franz Schulz. Op 20 december 1892 is het orgel samen met de kerk weer in gebruik genomen. De frontpijpen, die nog uit 1790 dateerden, moesten in 1917 worden ingeleverd. In 1919 zijn door Steinmeyer nieuwe exemplaren van zink geplaatst. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden delen van het orgel gedemonteerd en opgeslagen, waaronder het fraaie houtsnijwerk. Kerk en orgel kwamen de oorlog relatief ongeschonden door. Na de oorlog voerde Alexander Schuke in 1953 een restauratie uit. Echter, in 1961 werd besloten een nieuw orgel te laten bouwen door Schuke, in de oude kas, die weer in de oorspronkelijke staat werd hersteld. Op 21 juni 1970 werd dit nieuwe orgel in gebruik genomen. Het snijwerk moest nog worden gerestaureerd. Dit was in 1975 voltooid.
Technische Daten
Anzahl Register pro Manual | |
- Hauptwerk | 10 |
- Schwellwerk | 10 |
- Pedal | 8 |
Gesamtzahl der Stimmen | 28 |
Tastentraktur | Mechanical |
Registertraktur | Electropneumatic |
Windlade(n) | Slider chests |
Disposition
Hauptwerk (C-g'''): Quintadena 16', Principal 8', Rohrflöte 8', Oktave 4', Spitzflöte 4', Nassat 2 2/3', Oktave 2', Mixtur 5 fach (1 1/3'), Cymbel 3 fach (1/2'), Trompete 16', Tremulant.
Schwellwerk (C-g'''): Gedackt 8', Principal 4', Nachthorn 4', Oktave 2', Blockflöte 2', Terz 1 3/5', Quinte 1 1/3', Sifflöte 1', Scharff 4 fach (1'), Krummhorn 8', Tremulant.
Pedal (C-f'): Principal 16', Subbaß 16', Principalbaß 8', Gedacktbaß 8', Choralbaß 4', Mixtur 5 fach (2 2/3'), Posaune 16', Trompete 8'.
Koppeln: Hauptwerk - Schwellwerk, Pedal - Hauptwerk, Pedal - Schwellwerk.
Nebenregister und Spielhilfen: 2 freie Kombinationen, Organum Plenum.
Übrige dispositiondaten | |
---|---|
Mehrere dispositionen |
|
Literatur |
|
|