Spring naar content
Ausführliche Beschreibung der vorgewählten Orgel
Bild: Sebastian (Berlin). Datering: 22 June 2007.

Bild: Sebastian (Berlin)

Berlin, Deutschland (Berlin) - Sophienkirche (Mitte)
Gemeinde: Berlin
Adresse: Große Hamburger Straße 31, 10115, Berlin-Mitte
Website: http://www.gemeinde-am-weinberg.de/pages/kirchen/sophienkirche.php

Beschreibung nr.: 2013088.

Gebaut von: Alexander Schuke (1970) - Opus 407
Die Orgel enthält älteren Material: Organ case aus 1790 von Ernst Julius Marx

JahrOrgelbauerOpusAktivität
1790 Ernst Julius Marx  Neubau
1877 Carl August Buchholz  Umbau
1892 Gebrüder Dinse  Neubau im alten Gehäuse
1919 G.F. Steinmeyer und Co.  Verschiedene Tätigkeiten
1953 Alexander Schuke  Restaurierung
1970 Alexander Schuke407 Neubau im alten Gehäuse

Het orgel in de Sophienkirche in Berlijn is oorspronkelijk een werkstuk van Ernst Marx, gebouwd in 1789-1790. Van dit orgel resten nog de orgelkas en een klein deel van het pijpwerk. Het orgel had twee manualen en pedaal met in totaal 31 stemmen. In 1877 is het instrument gerestaureerd en werd de dispositie gemoderniseerd door Carl August Buchholz. In 1892 besloot men de kerk een grondige renovatie te laten ondergaan. Het orgel werd hiertoe gedemonteerd en opgeslagen. De Gebrüder Dinse bouwden nu een geheel nieuw orgel met 36 stemmen in de oude kas. De middentoren werd verhoogd. Het instrument was op 21 november 1892 gereed en werd gekeurd door Franz Schulz. Op 20 december 1892 is het orgel samen met de kerk weer in gebruik genomen. De frontpijpen, die nog uit 1790 dateerden, moesten in 1917 worden ingeleverd. In 1919 zijn door Steinmeyer nieuwe exemplaren van zink geplaatst. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden delen van het orgel gedemonteerd en opgeslagen, waaronder het fraaie houtsnijwerk. Kerk en orgel kwamen de oorlog relatief ongeschonden door. Na de oorlog voerde Alexander Schuke in 1953 een restauratie uit. Echter, in 1961 werd besloten een nieuw orgel te laten bouwen door Schuke, in de oude kas, die weer in de oorspronkelijke staat werd hersteld. Op 21 juni 1970 werd dit nieuwe orgel in gebruik genomen. Het snijwerk moest nog worden gerestaureerd. Dit was in 1975 voltooid.

Technische Daten
Anzahl Register pro Manual
- Hauptwerk10
- Schwellwerk10
- Pedal8
Gesamtzahl der Stimmen28
TastentrakturMechanical
RegistertrakturElectropneumatic
Windlade(n)Slider chests

Disposition
Hauptwerk (C-g'''): Quintadena 16', Principal 8', Rohrflöte 8', Oktave 4', Spitzflöte 4', Nassat 2 2/3', Oktave 2', Mixtur 5 fach (1 1/3'), Cymbel 3 fach (1/2'), Trompete 16', Tremulant.
Schwellwerk (C-g'''): Gedackt 8', Principal 4', Nachthorn 4', Oktave 2', Blockflöte 2', Terz 1 3/5', Quinte 1 1/3', Sifflöte 1', Scharff 4 fach (1'), Krummhorn 8', Tremulant.
Pedal (C-f'): Principal 16', Subbaß 16', Principalbaß 8', Gedacktbaß 8', Choralbaß 4', Mixtur 5 fach (2 2/3'), Posaune 16', Trompete 8'.
Koppeln: Hauptwerk - Schwellwerk, Pedal - Hauptwerk, Pedal - Schwellwerk.
Nebenregister und Spielhilfen: 2 freie Kombinationen, Organum Plenum.

Übrige dispositiondaten
Mehrere dispositionen
  • De dispositie van het oorspronkelijke werk van Ernst Marx luidde:
    Hauptwerk (D-c'''): Bordun 16', Principal 8', Gamba 8', Rohrflöte 8', Octava 4', Spielflöte 4', Quinta 3', Octava 2', Cornet 3 fach, Mixtur 5 fach, Cimbel 3 fach, Trompete 8'.
    Oberwerk (CD-c'''): Quintatön 8', Salicional 8', Lamento 8', Gedact 8', Principal 4', Fugara 4', Rohrflöte 4', Waldflöte 2', Mixtur 4 fach, Dulcian 8'.
    Pedal (CD-d'): Violon 16', Subbaß 16', Principal 8', Bassflöte 8', Quinta 6', Octava 4', Mixtur 3 fach, Posaune 16', Trompet 8'.
    Spielhilfen: Manualcoppel, Zimbelstern, Tremulant.

  • De dispositie van Dinse uit 1892 was:
    Hauptwerk: Principal 16', Quintatön 16', Principal 8', Gambe 8', Gemshorn 8', Flûte Harmonique 8', Bourdon 8', Octave 4', Gemshorn 4', Quinte 2 2/3', Octave 2', Cornet 4 fach, Mixtur 2-5 fach, Trompete 8'.
    Oberwerk (Schwellwerk: Bourdon 16', Principal 8', Salicional 8', Rohrflöte 8', Concertflöte 8', Aeoline 8', Voix Céleste 8', Octave 4', Rohrflöte 4', Rauschquinte 2 2/3'+2', Progressio Harmoniqie 2-4 fach, Clarinette 8'.
    Pedal: Contrabaß 16', Violon 16', Subbaß 16', Nasard 10 2/3', Principal 8', Violoncello 8', Baßflöte 8', Octave 4', Posaune 16', Trompete 8'.
    Spielhilfen: Manualkoppel, Koppel Pedal - Hauptwerk, Koppel Pedal - Oberwerk, Mezzoforte, Forte, Forttissio, Rollschweller.

Literatur
  • Vermeld in: Orgelbau-Nachrichten. - In: Zeitschrift für Instrumentenbau, 12. Jahrg. No. 14, 11. Februar 1892.
  • Vermeld in: Orgelbau-Nachrichten. - In: Zeitschrift für Instrumentenbau, 12. Jahrg. No. 29, 11. Juli 1892.
  • Orgelbau-Nachrichten. - In: Zeitschrift für Instrumentenbau, 13. Jahrg. No. 11, 11. Januar 1893.
  • 500 Jahre Orgeln in Berliner Evangelischen Kirchen / Berthold Schwarz, Uwe Pape. - Berlin : Pape Verlag, 1991.
  • Orgeln in Berlin / Uwe Pape. - Berlin : Pape Verlag, 2003.

Bild: Piet Bron. Datering: 28 April 2017.
Bild: Piet Bron