Volledige beschrijving geselecteerd orgel
Foto: Jörg R. Becker
Caldern, Deutschland (Hessen) - Evangelische Pfarrkirche (voormalige Zisterzienserinnenabteikirche)
Gemeente: Lahntal
Beschrijving nr.: 2011132.
Gebouwd door: Frankenbergische Orgelbauwerkstatt Böttner (1978)
Het orgel bevat ouder materiaal: Orgelkas uit 1702 van Johann Christian Rindt
In 1702 bouwde Johann Christian Rindt een orgel voor de Zisterzienserinnen-Abtei in Caldern. Het binnenwerk is in 1900 vervangen door een nieuw werk van Adam Eifert. Dit kleine orgel had twee manualen en pedaal, kegelladen en een mechanische tractuur. De frontpijpen werden door Eifert niet meer aangesloten. In 1978 plaatste Wolfgang Böttner een nieuw orgel in de oude kas. Daarbij werden de frontpijpen van Rindt weer in gebruik genomen.
Technische gegevens
Dispositie
Hauptwerk (C-g'''): Weitgedackt 8', Praestant 4' - 1702, Principal 4', Koppelflöte 4', Rohrnasat 2 2/3', Waldflöte 2', Mixtur 3 fach (1 1/3'), Zimbel 2 fach (1/2'), Trompete 8'.
Unterwerk (C-g'''): Pommer 8', Rohrflöte 4', Principal 2', Terz 1 3/5', Quinte 1 1/3', Scharf 3 fach (1').
Pedal (C-f'): Subbaß 16', Principalbaß 8', Octavbaß 4', Hintersatz 3 fach (2 2/3'), Fagott 16'.
Koppelingen: Hauptwerk - Unterwerk, Pedal - Hauptwerk, Pedal - Unterwerk.
Overige bronnen
Foto: Jörg R. Becker
Caldern, Deutschland (Hessen) - Evangelische Pfarrkirche (voormalige Zisterzienserinnenabteikirche)
Gemeente: Lahntal
Beschrijving nr.: 2011132.
Gebouwd door: Frankenbergische Orgelbauwerkstatt Böttner (1978)
Het orgel bevat ouder materiaal: Orgelkas uit 1702 van Johann Christian Rindt
| Jaar | Orgelbouwer | Opus | Activiteit | 1702 | Johann Christian Rindt | nieuwbouw | 1900 | Adam Eifert | nieuwbouw in bestaande kas | 1978 | Frankenbergische Orgelbauwerkstatt Böttner | nieuwbouw in bestaande kas |
In 1702 bouwde Johann Christian Rindt een orgel voor de Zisterzienserinnen-Abtei in Caldern. Het binnenwerk is in 1900 vervangen door een nieuw werk van Adam Eifert. Dit kleine orgel had twee manualen en pedaal, kegelladen en een mechanische tractuur. De frontpijpen werden door Eifert niet meer aangesloten. In 1978 plaatste Wolfgang Böttner een nieuw orgel in de oude kas. Daarbij werden de frontpijpen van Rindt weer in gebruik genomen.
Technische gegevens
| Aantal registers per werk | |
| - Hauptwerk | 9 |
| - Unterwerk | 6 |
| - Pedal | 5 |
| Totaal aantal stemmen | 20 |
| Toetstractuur | Mechanisch |
| Registertractuur | Mechanisch |
| Windlade(n) | Sleepladen |
Dispositie
Hauptwerk (C-g'''): Weitgedackt 8', Praestant 4' - 1702, Principal 4', Koppelflöte 4', Rohrnasat 2 2/3', Waldflöte 2', Mixtur 3 fach (1 1/3'), Zimbel 2 fach (1/2'), Trompete 8'.
Unterwerk (C-g'''): Pommer 8', Rohrflöte 4', Principal 2', Terz 1 3/5', Quinte 1 1/3', Scharf 3 fach (1').
Pedal (C-f'): Subbaß 16', Principalbaß 8', Octavbaß 4', Hintersatz 3 fach (2 2/3'), Fagott 16'.
Koppelingen: Hauptwerk - Unterwerk, Pedal - Hauptwerk, Pedal - Unterwerk.
| Overige dispositiegegevens | |
|---|---|
| Verschillende disposities |
Het orgel van Eifert uit 1900 had als dispositie: I. Manual (C-f'''): Principal 8', Hohlflöte 8', Octave 4', Rauschquinte 2 fach (2 2/3'). II. Manual (C-f'''): Lieblich Gedackt 8', Salicional 8', Rohrflöte 4'. Pedal (C-d'): Subbaß 16'. Koppeln: Manualkoppel, Pedal - I. Manual. Spielhilfen: Windablaß, Calcantenzug. |
| Literatuur |
|
- Jörg R. Becker