Volledige beschrijving geselecteerd orgel
Hamburg, Deutschland (Hamburg) - Auferstehungskirche (Barmbek-Nord)
Gemeente: Hamburg
Beschrijving nr.: 2009750.
Gebouwd door: E.F. Walcker & Cie. (1925) - opus 2072
Het orgel in de Auferstehungskirche in Hamburg-Barmbek (Nord) werd in 1925 gebouwd door de firma Walcker. Het instrument is in 1954 door Kemper gerestaureerd en gewijzigd. In 1965 bouwde de firma Steinmeyer het orgel om naar een electrische tractuur. Ook werd het uitgebreid met een derde manuaal.
Technische gegevens
Dispositie
Hauptwerk: Quintade 16', Prinzipal 8', Flöte 8', Oktave 4', Rohrflöte 4', Nasat 2 2/3', Oktave 2', Waldflöte 2', Quinte 1 1/3', Mixtur 6 fach, Trompete 8'.
Positiv: Hohlflöte 8', Quintade 8', Prinzipal 4', Gedeckt 4', Nachthorn 2', Glöckleinton 1', Terzian 2 fach, Scharff 4 fach, Zimbel 1/2', Dulcian 16', Regal 8', Tremulant.
Schwellwerk: Gedeckt 16', Gedeckt 8', Gemshorn 8', Blockflöte 4', Prinzipal 2', Schwiegel 1 1/3', Sesquialtera 2 fach, Zimbel 2 fach.
Pedal: Subbaß 16', Untersatz 16', Oktavbaß 8', Gedecktbaß 8', Offenflöte 4', Prinzipal 2', Rauschpfeife 4 fach (2 2/3'), Posaune 16'.
Koppelingen: Hauptwerk - Positiv, Hauptwerk - Schwellwerk, Positiv - Schwellwerk, Pedal - Hauptwerk, Pedal - Positiv, Pedal - Schwellwerk.
Speelhulpen: 3 freie Kombinationen, 1 freie Pedalkombination.
Hamburg, Deutschland (Hamburg) - Auferstehungskirche (Barmbek-Nord)
Gemeente: Hamburg
Beschrijving nr.: 2009750.
Gebouwd door: E.F. Walcker & Cie. (1925) - opus 2072
| Jaar | Orgelbouwer | Opus | Activiteit | 1925 | E.F. Walcker & Cie. | 2072 | nieuwbouw | 1954 | Emanuel Kemper & Sohn | restauratie | 1965 | G.F. Steinmeyer und Co. | ombouw |
Het orgel in de Auferstehungskirche in Hamburg-Barmbek (Nord) werd in 1925 gebouwd door de firma Walcker. Het instrument is in 1954 door Kemper gerestaureerd en gewijzigd. In 1965 bouwde de firma Steinmeyer het orgel om naar een electrische tractuur. Ook werd het uitgebreid met een derde manuaal.
Technische gegevens
| Aantal registers per werk | |
| - Hauptwerk | 11 |
| - Positiv | 11 |
| - Schwellwerk | 8 |
| - Pedal | 8 |
| Totaal aantal stemmen | 38 |
| Toetstractuur | Electrisch |
| Registertractuur | Electrisch |
| Windlade(n) | Taschenladen |
Dispositie
Hauptwerk: Quintade 16', Prinzipal 8', Flöte 8', Oktave 4', Rohrflöte 4', Nasat 2 2/3', Oktave 2', Waldflöte 2', Quinte 1 1/3', Mixtur 6 fach, Trompete 8'.
Positiv: Hohlflöte 8', Quintade 8', Prinzipal 4', Gedeckt 4', Nachthorn 2', Glöckleinton 1', Terzian 2 fach, Scharff 4 fach, Zimbel 1/2', Dulcian 16', Regal 8', Tremulant.
Schwellwerk: Gedeckt 16', Gedeckt 8', Gemshorn 8', Blockflöte 4', Prinzipal 2', Schwiegel 1 1/3', Sesquialtera 2 fach, Zimbel 2 fach.
Pedal: Subbaß 16', Untersatz 16', Oktavbaß 8', Gedecktbaß 8', Offenflöte 4', Prinzipal 2', Rauschpfeife 4 fach (2 2/3'), Posaune 16'.
Koppelingen: Hauptwerk - Positiv, Hauptwerk - Schwellwerk, Positiv - Schwellwerk, Pedal - Hauptwerk, Pedal - Positiv, Pedal - Schwellwerk.
Speelhulpen: 3 freie Kombinationen, 1 freie Pedalkombination.
| Literatuur |
Die Orgeln in Hamburg / Günter Seggermann. - München : Christian Verlag, 1997. |