Spring naar content
Volledige beschrijving geselecteerd orgel
Hamburg, Deutschland (Hamburg) - Erlöserkirche (Lohbrügge)
Gemeente: Hamburg
Adres: Lohbrügger Kirchstraße 9, 21033, Hamburg
Website: http://erloeserkirche-lohbruegge.de/

Beschrijving nr.: 2009711.

Gebouwd door: Emanuel Kemper & Sohn (1959)

JaarOrgelbouwerOpusActiviteit
1899 Friedrich Wilhelm Ernst Röver  nieuwbouw
1959 Emanuel Kemper & Sohn  nieuwbouw
2011 firma Rudolf von Beckerath  restauratie

Het orgel in de Erlöserkirche in Hamburg-Lohbrügge is in 1959 gebouwd door de firma Kemper, gebruikmakend van het meeste pijpwerk van het eerste orgel van de kerk, dat in 1899 door Ernst Röver was gebouwd. In 2010-2011 voerde de firma Von Beckerath een restauratie uit. Daarbij is de dispositie enigszins gewijzigd. Het instrument is op 13 februari 2011 weer in gebruik genomen met een concert door Joachim Walter.

Technische gegevens
Aantal registers per werk
- Hauptwerk11
- Rückpositiv8
- Schwellwerk9
- Pedal8
Totaal aantal stemmen36
ToetstractuurElectrisch
RegistertractuurElectrisch
Windlade(n)Sleepladen

Dispositie
Hauptwerk: Holzgedackt 16' - 1899/1959, Prinzipal 8' - 2011, Hohlflöte 8' - 1899, Gemshorn 8' - 1899, Oktave 4' - 1899, Gedackt 4' - 1899/1959, Quinte 2 2/3' - 1899/1959, Oktave 2' - 1899, Mixtur 5 fach (1 1/3') - 1959/2011, Dulzian 16' - 1959/2011, Trompete 8'.
Rückpositiv: Singend Gedackt 8', Quintade 8' - 1959/2011, Engprinzipal 4' - 1899/1959, Rohrflöte 4' - 1899/1959, Blockflöte 2' - 1899/1959, Sifflöte 1', Scharff 3-4 fach - 2011, Dulzian 8' - 2011, Tremulant.
Schwellwerk: Holzprinzipal 8' - 1899, Gambe 8' - 1899/1959, Lochflöte 4' - 1899/2011, Strichflöte 4' - 1899, Waldflöte 2' - 1899/1959, Quinte 1 1/3' - 1899/1959, Sesquialtera 2 fach - 1899/1959, Zimbel 3 fach - 2011, Oboe 8', Tremulant, Zimbelstern - 2011.
Pedal: Prinzipalbaß 16' - 1899/1959, Subbaß 16' - 1899, Oktavbaß 8' - 1899, Flötbaß 8' - 1899, Choralbaß 4' - 1899/1959, Rauschpfeife 4 fach (2 2/3'), Posaune 16', Schalmei 4'.
Koppelingen: Hauptwerk - Rückpositiv, Hauptwerk - Schwellwerk, Rückpositiv - Schwellwerk, Pedal - Hauptwerk, Pedal - Rückpositiv, Pedal - Schwellwerk.
Speelhulpen: 3 freie Kombinationen, 2 freie Pedalkombinationen, Crescendowalze, Walze ab, Koppeln aus Crescendowalze, Pedal an, Handregister an, Tutti, Zungen ab, Zungeneinzelabsteller.

Overige dispositiegegevens
Verschillende disposities De dispositie luidde van 1959 tot 2011:
Hauptwerk: Holzgedackt 16', Prinzipal 8', Hohlflöte 8', Gemshorn 8', Oktave 4', Gedackt 4', Quinte 2 2/3', Oktave 2', Mixtur 6 fach (1 1/3'), Dulzian 16'.
Rückpositiv: Singend Gedackt 8', Quintade 8', Engprinzipal 4', Rohrflöte 4', Blockflöte 2', Oktävlein 1/2', Glockenton 3 fach (1'), Doppelregal 8', Tremulant.
Schwellwerk: Holzprinzipal 8', Gambe 8', Lochflöte 4', Strichflöte 4', Waldflöte 2', Quinte 1 1/3', Sesquialtera 3 fach, Scharff 3 fach, Oboe 8', Tremulant.
Pedal: Prinzipalbaß 16', Subbaß 16', Oktavbaß 8', Flötbaß 8', Choralbaß 4', Rauschpfeife 5 fach (2 2/3'), Posaune 16', Schalmei 4'.
Koppelingen: Hauptwerk - Rückpositiv, Hauptwerk - Schwellwerk, Rückpositiv - Schwellwerk, Pedal - Hauptwerk, Pedal - Rückpositiv, Pedal - Schwellwerk.
Speelhulpen: 3 freie Kombinationen, 2 freie Pedalkombinationen, Crescendowalze, Walze ab, Koppeln aus Crescendowalze, Pedal an, Handregister an, Tutti, Zungen ab, Zungeneinzelabsteller.
Literatuur Die Orgeln in Hamburg / Günter Seggermann. - München : Christian Verlag, 1997.