Ausführliche Beschreibung der vorgewählten Orgel
Quelle: Postcard
Wiesbaden, Deutschland (Hessen) - Katholische Pfarrkirche Sankt Bonifatius
Gemeinde: Wiesbaden
Adresse: Luisenplatz, 65185, Wiesbaden
Website: http://bonifatius-wiesbaden.de/kirchorte/st-bonifatius/
Beschreibung nr.: 2003384.
Gebaut von: Hugo Mayer Orgelbau (1985)
Die Orgel enthält älteren Material: Pipes aus 1954 von Seifert Orgelbau
De Bonifatiuskirche in Wiesbaden werd in 1945 grotendeels verwoest. Na de herbouw en restauratie plaatste Seifert een drieklaviers orgel met veertig stemmen in de kerk, dat in 1954 in gebruik is genomen. Hugo Mayer bouwde in 1984/1985 een nieuw orgel met gebruik van een groot deel van het pijpwerk uit 1954. Op 24 november 1985 is het orgel officieel in gebruik genomen. In 1995 werd het orgel uitgebreid met drie electronische registers. De geluidssterkte van deze stemmen kan per stem apart worden geregeld. In 1998 is het gehele orgel gereviseerd. De intonatie is daarbij herzien, er werden twee nieuwe registers geplaatst, de Setzer-installatie is uitgebreid en tenslotte zijn enkele koppelingen toegevoegd.
Technische Daten
Disposition
Hauptwerk (C-g'''): Gedacktpommer 16', Principal 8', Gemshorn 8', Octave 4', Rohrflöte 4', Quinte 2 2/3' - 1954/1985, Schwiegel 2', Terz 1 3/5' - 1985, Mixtur 5 fach (1 1/3'), Trompete 16', Trompete 8', Trompete 4'.
Positiv (C-g'''): Diapason 8' - 1998, Lieblich Gedackt 8', Prästant 4' - 1985, Blockflöte 4', Principal 2', Nazard 1 1/3', Scharff 3-4 fach (1'), Oboe 8' - 1998, Tremulant - 1985.
Schwellwerk (C-g'''): Bourdon 16' - 1985, Principal 8' - 1985, Holzflöte 8', Weidenpfeife 8', Schwebung 8' (from c°) - 1985, Principal 4', Querflöte 4', Nachthorn 2', Septime 1 1/7' - 1985, Sifflöte 1' - 1985, Sesquialter 2 fach - 1954/1985, Fourniture 5 fach (2'), Basson 16' - 1985, Trompette Harmonique 8' - 1985, Clairon 4' - 1985, Tremulant - 1985.
Trompeteria (geen eigen klavier) (C-g'''): Trompette en Chamade 8' - 1985, Trompette en Chamade 4' - 1985.
Pedal (C-f'): Kontrabass 32' - 1995; digitaal, Principal 16', Subbass 16', Violon 16' - 1995; digitaal, Echobass 16' - 1998; windafzwakking Subbas, Quintbass 10 2/3', Oktavbass 8' - 1985, Gedacktbass 8' - 1985, Choralbass 4' - 1985, Feldflöte 2' - 1954/1985, Hintersatz 4 fach (2 2/3'), Bombarde 32' - 1998; digitaal, Posaune 16', Basstrompete 8' - 1985, Schalmey 4' - 1985.
Koppeln: Hauptwerk - Positiv, Hauptwerk - Schwellwerk, Positiv - Schwellwerk, Pedal - Hauptwerk, Pedal - Positiv, Pedal - Schwellwerk, Pedal - Schwellwerk Super, Hauptwerk - Trompeteria, Positiv - Trompeteria, Pedal - Trompeteria, Hauptwerk - Positiv 16' - 1998, Positiv - Positiv 16' - 1998.
Nebenregister und Spielhilfen: 640 electronische combinaties (8x8x10), Sequencer.
Quelle: Postcard
Wiesbaden, Deutschland (Hessen) - Katholische Pfarrkirche Sankt Bonifatius
Gemeinde: Wiesbaden
Adresse: Luisenplatz, 65185, Wiesbaden
Website: http://bonifatius-wiesbaden.de/kirchorte/st-bonifatius/
Beschreibung nr.: 2003384.
Gebaut von: Hugo Mayer Orgelbau (1985)
Die Orgel enthält älteren Material: Pipes aus 1954 von Seifert Orgelbau
| Jahr | Orgelbauer | Opus | Aktivität | 1985 | Hugo Mayer Orgelbau | Neubau | 1998 | Hugo Mayer Orgelbau | Restaurierung und Vergrößerung |
De Bonifatiuskirche in Wiesbaden werd in 1945 grotendeels verwoest. Na de herbouw en restauratie plaatste Seifert een drieklaviers orgel met veertig stemmen in de kerk, dat in 1954 in gebruik is genomen. Hugo Mayer bouwde in 1984/1985 een nieuw orgel met gebruik van een groot deel van het pijpwerk uit 1954. Op 24 november 1985 is het orgel officieel in gebruik genomen. In 1995 werd het orgel uitgebreid met drie electronische registers. De geluidssterkte van deze stemmen kan per stem apart worden geregeld. In 1998 is het gehele orgel gereviseerd. De intonatie is daarbij herzien, er werden twee nieuwe registers geplaatst, de Setzer-installatie is uitgebreid en tenslotte zijn enkele koppelingen toegevoegd.
Technische Daten
| Anzahl Register pro Manual | |
| - Hauptwerk | 12 |
| - Positiv | 8 |
| - Schwellwerk | 15 |
| - Trompeteria | 2 |
| - Pedal | 15 (11) |
| Gesamtzahl der Stimmen | 52 (48) |
| Tastentraktur | Mechanical |
| Registertraktur | Electrical |
| Windlade(n) | Slider chests |
| Winddruck | 75 mm (Hauptwerk en Positiv), 85 mm (Schwellwerk), 90 mm (Pedal) en 100 mm (Trompeteria) |
Disposition
Hauptwerk (C-g'''): Gedacktpommer 16', Principal 8', Gemshorn 8', Octave 4', Rohrflöte 4', Quinte 2 2/3' - 1954/1985, Schwiegel 2', Terz 1 3/5' - 1985, Mixtur 5 fach (1 1/3'), Trompete 16', Trompete 8', Trompete 4'.
Positiv (C-g'''): Diapason 8' - 1998, Lieblich Gedackt 8', Prästant 4' - 1985, Blockflöte 4', Principal 2', Nazard 1 1/3', Scharff 3-4 fach (1'), Oboe 8' - 1998, Tremulant - 1985.
Schwellwerk (C-g'''): Bourdon 16' - 1985, Principal 8' - 1985, Holzflöte 8', Weidenpfeife 8', Schwebung 8' (from c°) - 1985, Principal 4', Querflöte 4', Nachthorn 2', Septime 1 1/7' - 1985, Sifflöte 1' - 1985, Sesquialter 2 fach - 1954/1985, Fourniture 5 fach (2'), Basson 16' - 1985, Trompette Harmonique 8' - 1985, Clairon 4' - 1985, Tremulant - 1985.
Trompeteria (geen eigen klavier) (C-g'''): Trompette en Chamade 8' - 1985, Trompette en Chamade 4' - 1985.
Pedal (C-f'): Kontrabass 32' - 1995; digitaal, Principal 16', Subbass 16', Violon 16' - 1995; digitaal, Echobass 16' - 1998; windafzwakking Subbas, Quintbass 10 2/3', Oktavbass 8' - 1985, Gedacktbass 8' - 1985, Choralbass 4' - 1985, Feldflöte 2' - 1954/1985, Hintersatz 4 fach (2 2/3'), Bombarde 32' - 1998; digitaal, Posaune 16', Basstrompete 8' - 1985, Schalmey 4' - 1985.
Koppeln: Hauptwerk - Positiv, Hauptwerk - Schwellwerk, Positiv - Schwellwerk, Pedal - Hauptwerk, Pedal - Positiv, Pedal - Schwellwerk, Pedal - Schwellwerk Super, Hauptwerk - Trompeteria, Positiv - Trompeteria, Pedal - Trompeteria, Hauptwerk - Positiv 16' - 1998, Positiv - Positiv 16' - 1998.
Nebenregister und Spielhilfen: 640 electronische combinaties (8x8x10), Sequencer.
| Übrige dispositiondaten | |
|---|---|
| Mehrere dispositionen |
De dispositie luidde bij oplevering: Hauptwerk: Gedacktpommer 16', Principal 8', Gemshorn 8', Octave 4', Rohrflöte 4', Quinte 2 2/3', Schwiegel 2', Terz 1 3/5', Mixtur 5 fach (1 1/3'), Trompete 16', Trompete 8', Trompete 4'. Positiv: Lieblich Gedackt 8', Quintatön 8', Prästant 4', Blockflöte 4', Principal 2', Nazard 1 1/3', Scharff 3-4 fach (1'), Krummhorn 8', Tremulant. Schwellwerk: Bourdon 16', Principal 8', Holzflöte 8', Weidenpfeife 8', Schwebung 8', Principal 4', Querflöte 4', Nachthorn 2', Septime 1 1/7', Sifflöte 1', Sesquialter 2 fach, Fourniture 5 fach (2'), Basson 16', Trompette Harmonique 8', Clairon 4', Tremulant. Trompeteria (geen eigen klavier): Trompette en Chamade 8', Trompette en Chamade 4'. Pedal: Principal 16', Subbass 16', Quintbass 10 2/3', Oktavbass 8', Gedacktbass 8', Choralbass 4', Feldflöte 2', Hintersatz 4 fach (2 2/3'), Posaune 16', Basstrompete 8', Schalmey 4'. Koppelingen: Hauptwerk - Positiv, Hauptwerk - Schwellwerk, Positiv - Schwellwerk, Pedal - Hauptwerk, Pedal - Positiv, Pedal - Schwellwerk, Pedal - Schwellwerk Super, Hauptwerk - Trompeteria, Positiv - Trompeteria, Pedal - Trompeteria. Speelhulpen: 64 electronische combinaties (8x8), Sequencer. |
| Literatur |
|
| Aufnahmen |
|
 |
 |