Spring naar content
Volledige beschrijving geselecteerd orgel
Foto: Piet Bron sr. Datering: September 2004.

Foto: Piet Bron sr.

Paderborn, Deutschland (Nordrhein-Westfalen) - Hohen Domkirche Sankt Liborius, Turmorgel
Gemeente: Paderborn
Streek:Westfalen
Adres: Domplatz 3, 33098, Paderborn
Website: https://www.dom-paderborn.de/

Beschrijving nr.: 2002847.

Gebouwd door: Siegfried Sauer (1981)

JaarOrgelbouwerOpusActiviteit
1981 Siegfried Sauer  nieuwbouw
2005 Siegfried Sauer  restauratie

  • De Domkirche te Paderborn werd in de jaren 1924-1926 gerestaureerd. De orgelmaker A. Feith uit Paderborn bouwde in diezelfde tijd drie nieuwe orgels voor de kerk, een hoofdorgel aan de torenwand met 66 stemmen, een koororgel met 33 stemmen en een crypte-orgel met 11 stemmen. Alle drie de instrumenten kregen een front met een open pijpenopstelling. Er waren drie speeltafels, maar vanaf de speeltafel van het koororgel konden alle orgel bespeeld worden. In 1945 werden het hoofd- en het koororgel geheel verwoest door bombardementen. Het crypte-orgel bleef gedeeltelijk behouden.
  • In de jaren 1949-1951 werd een nieuw koororgel gebouwd met 43 stemmen en in de jaren 1958-1959 een nieuw hoofdorgel met 63 stemmen, beide door Anton Feith. Op 13 december 1959 kon het orgel worden gewijd. Het crypte-orgel werd in 1971 gerestaureerd en uitgebreid tot 15 stemmen. De instrumenten kregen ook nu geen orgelkas en een open front en electro-pneumatische kegelladen.
  • In de jaren 1977-1981 is het kerkgebouw geheel gerestaureerd. De firma Siegfried Sauer kreeg toen de opdracht de drie orgels te herzien, grotendeels om te bouwen, en aan elkaar te koppelen. Het hoofdorgel is omgebouwd tot een mechanisch sleepladenorgel met 75 registers. Het werd in 1981 voltooid. Het nieuwe koororgel met 49 stemmen werd in 1979 opgeleverd. De orgelmaker schonk een Glockenspiel en een Cymbelstern aan de kerk. Er zijn nu vier speeltafels: één per orgel en één centrale speeltafel, waarvan alle instrumenten kunnen worden bespeeld. Organist van de Dom, Helmut Peters, was adviseur bij de verbouwing. Het totale orgel is na het orgel in Passau het grootste kerkorgel in Duitsland.
  • In 2005 is het orgel gerestaureerd en uitgebreid door Siegfried Sauer. Nieuwe registers werden geplaatst op het Hauptwerk (Superoktave 2'), Rückpositiv (Quintade 16', Flötenprinzipal 8', Unda Maris 8', Trompete 8', Krummhorn 8'), Schwellwerk (Octavin 2') en Pedal (Subkontrabass 64'). De Trichterregal 8' van het Rückpositiv werd overgeplaatst naar het Chor-Orgel. Tenslotte is op het Bombardenwerk de Mixtura Major vervangen door een Clarabella 8'.

Technische gegevens
Aantal registers per werk
- Hauptwerk14
- Rückpositiv14
- Schwellwerk19
- Oberwerk13
- Bombardwerk5
- Pedal17
Totaal aantal stemmen82
ToetstractuurMechanisch
RegistertractuurElectrisch
Windlade(n)Sleepladen
Toonhoogtea' = 440 Hz
TemperatuurEqual temperament
Winddruk70 mm (Oberwerk), 73 mm (Rückpositiv), 78 mm (Hauptwerk), 80 mm (Schwellwerk), 90 mm (Pedal) en 120/175 mm (Bombardewerk)

Dispositie
Hauptwerk (C-c''''): Prinzipal 16', Octave 8', Philomela 8', Zartgedackt 8', Octave 4', Hohlflöte 4', Nasat 2 2/3', Superoktave 2' - 2005, Schwiegel 2', Kornett 5 fach, Mixtur 5-6 fach (2'), Scharff 4 fach (1'), Trompete 16', Trompete 8', Tremulant.
Rückpositiv (C-c''''): Quintade 16' - 2005, Flötenprinzipal 8' - 2005, Spitzgambe 8', Rohrflöte 8', Unda Maris 8' - 2005, Singend Prinzipal 4', Querflöte 4', Flachflöte 2', Quinte 1 1/3', Sesquialter 2 fach, Scharff 4 fach (1/2') - 1981/2005, Holzdulzian 16', Trompete 8' - 2005, Krummhorn 8' - 2005, Zimbelstern (8 bellen) - Terzsextakkord op cis'', Tremulant.
Schwellwerk (C-c''''): Pommer 16', Harfenprinzipal 8', Hohlflöte 8', Weidenpfeife 8', Schwebung 8', Octave 4', Koppelflöte 4', Gemsquinte 2 2/3', Octave 2', Octavin 2' - 2005, Terzflöte 1 3/5', Waldflöte 1 1/3', Sifflöte 1', Aetherea 4 fach (2 2/3'), Mixtur 5-6 fach (1 1/3'), Englisch Horn 16', Trompette Harmonique 8', Oboe 8', Clairon 4', Tremulant.
Oberwerk (C-c''''): Großgedackt 8', Quintade 8', Gambe 8', Fugara 4', Spitzflöte 4', Prinzipal 2', Septime 1 1/7', Rauschpfeife 2 fach (2 2/3'), Zimbel 3 fach (1/4'), Klarinette 8', Vox Humana 8', Geigend Regal 4', Tremulant, Glockenspiel 2' (c-d''').
Bombardwerk (bespeelbaar vanaf I, IV en Pedal) (C-c''''): Prinzipal Major 8', Clarabella 8' - 2005, Tuba Magna 16', Tuba Mirabilis 8', Tromba Clarino 4'.
Pedal (C-g'): Subkontrabass 64' - 2005, Untersatz 32', Prinzipal 16', Weitgedackt 16', Pommer 16', Octave 8', Gemshorn 8', Choralbass 4', Bassflöte 4', Nachthorn 2', Mixtur 5 fach (4'), Bombarde 32', Posaune 16', Fagott 16', Trompete 8', Clarine 4', Singend Cornet 2', Tremulant.

Literatuur
  • Die Orgel im Dom zu Paderborn. - Brochure, ca. 1960.
  • Hoher Dom Paderborn : Orgelgeschichte. - In: Kirchenmusikalische Mitteilungen Erzbistum Paderborn, 1/2006.
  • Klangliche Dreifaltigkeit : Die Orgelanlage im Hohen Dom zu Paderborn / Gereon Krahforst, Wolfgang Valerius. - Paderborn : Metropolitankapitel, 2007.
Links https://paderbornerdommusik.de/orgel/
https://www.orgel-owl.de/pb_dom_t.htm
YouTube