Ausführliche Beschreibung der vorgewählten Orgel
Bild: Tjalling Roosjen
Lübeck, Deutschland (Schleswig-Holstein) - Sankt Marienkirche, Totentanzorgel
Gemeinde: Lübeck
Adresse: Marienkirchhof, Lübeck
Website: http://www.st-marien-luebeck.de/
Beschreibung nr.: 2000869.
Gebaut von: Alfred Führer Orgelbau (1986)
In de Totentanzkapelle van de Marienkirche te Lübeck bouwde Johannes Stephani in de jaren tussen 1445 en 1477 een klein orgel. Deze kapel is gelegen aan de noordzijde van de kerk. Dit orgel bleef grotendeels authentiek bewaard, totdat in maart 1942 de kerk door een bombardement grotendeels werd verwoest. Na de herbouw van de kerk bouwde de firma Kemper in 1955 een nieuw Totentanzorgel. Doordat het oude instrument nauwkeurig was opgemeten kon het pijpwerk volgens de oude mensuren worden gemaakt. Mede als gevolg van het gebruik van goedkope materialen bleek dit nieuwe orgel op termijn niet meer zo goed te zijn als gedacht. Het werd dan ook in 1985 afgebroken en een jaar later kon een nieuw orgel in gebruik worden genomen, gebouwd door de firma Alfred Führer. Dit nieuwe Totentanzorgel grijpt niet meer terug op het oude instrument, maar is een geheel nieuw ontworpen orgel.
Technische Daten
Disposition
Hauptwerk (C-a'''): Principal 16', Oktave 8', Spitzflöte 8', Oktave 4', Nachthorn 4', Quinte 2 2/3', Oktave 2', Cornett 5 fach (from f°), Mixtur 6 fach, Cymbel 3 fach, Fagott 16', Trompete 8'.
Rückpositiv (C-a'''): Principal 8', Rohrflöte 8', Quintadena 8', Oktave 4', Blockflöte 4', Oktave 2', Waldflöte 2', Quinte 1 1/3', Sesquialtera 2 fach, Scharff 4-6 fach, Dulcian 16', Krummhorn 8', Tremulant.
Brustwerk (C-a'''): Gedackt 8', Rohrflöte 4', Principal 2', Terzian 2 fach, Scharff 3 fach, Regal 8', Schalmei 4', Tremulant.
Oberwerk (in zwelkast) (C-a'''): Bordun 16', Gamba 8', Schwebung 8', Offenflöte 8', Principal 4', Querflöte 4', Nasat 2 2/3', Gemshorn 2', Terz 1 3/5', Sifflöte 1', Mixtur 5 fach, Trompete Harmonique 8', Hautbois 8', Clairon 4', Tremulant.
Pedal (C-f'): Principal 16', Subbass 16', Quinte 10 2/3', Oktave 8', Gedackt 8', Oktave 4', Mixtur 6 fach, Posaune 16', Dulcian 16', Trompete 8', Kornett 4'.
Koppeln: Hauptwerk - Rückpositiv, Hauptwerk - Brustwerk, Hauptwerk - Oberwerk, Pedal - Hauptwerk, Pedal - Rückpositiv, Pedal - Oberwerk.
Nebenregister und Spielhilfen: 32-voudige Setzer-combinatie.
Bild: Tjalling Roosjen
Lübeck, Deutschland (Schleswig-Holstein) - Sankt Marienkirche, Totentanzorgel
Gemeinde: Lübeck
Adresse: Marienkirchhof, Lübeck
Website: http://www.st-marien-luebeck.de/
Beschreibung nr.: 2000869.
Gebaut von: Alfred Führer Orgelbau (1986)
In de Totentanzkapelle van de Marienkirche te Lübeck bouwde Johannes Stephani in de jaren tussen 1445 en 1477 een klein orgel. Deze kapel is gelegen aan de noordzijde van de kerk. Dit orgel bleef grotendeels authentiek bewaard, totdat in maart 1942 de kerk door een bombardement grotendeels werd verwoest. Na de herbouw van de kerk bouwde de firma Kemper in 1955 een nieuw Totentanzorgel. Doordat het oude instrument nauwkeurig was opgemeten kon het pijpwerk volgens de oude mensuren worden gemaakt. Mede als gevolg van het gebruik van goedkope materialen bleek dit nieuwe orgel op termijn niet meer zo goed te zijn als gedacht. Het werd dan ook in 1985 afgebroken en een jaar later kon een nieuw orgel in gebruik worden genomen, gebouwd door de firma Alfred Führer. Dit nieuwe Totentanzorgel grijpt niet meer terug op het oude instrument, maar is een geheel nieuw ontworpen orgel.
Technische Daten
| Anzahl Register pro Manual | |
| - Hauptwerk | 12 |
| - Rückpositiv | 12 |
| - Brustwerk | 7 |
| - Oberwerk | 14 |
| - Pedal | 11 |
| Gesamtzahl der Stimmen | 56 |
| Tastentraktur | Mechanical |
| Registertraktur | Mechanical |
| Windlade(n) | Slider chests |
| Tonhöhe | a' = 440 Hz |
| Temperatur | Equal temperament |
| Winddruck | 75 mm, Brustwerk 70 mm |
Disposition
Hauptwerk (C-a'''): Principal 16', Oktave 8', Spitzflöte 8', Oktave 4', Nachthorn 4', Quinte 2 2/3', Oktave 2', Cornett 5 fach (from f°), Mixtur 6 fach, Cymbel 3 fach, Fagott 16', Trompete 8'.
Rückpositiv (C-a'''): Principal 8', Rohrflöte 8', Quintadena 8', Oktave 4', Blockflöte 4', Oktave 2', Waldflöte 2', Quinte 1 1/3', Sesquialtera 2 fach, Scharff 4-6 fach, Dulcian 16', Krummhorn 8', Tremulant.
Brustwerk (C-a'''): Gedackt 8', Rohrflöte 4', Principal 2', Terzian 2 fach, Scharff 3 fach, Regal 8', Schalmei 4', Tremulant.
Oberwerk (in zwelkast) (C-a'''): Bordun 16', Gamba 8', Schwebung 8', Offenflöte 8', Principal 4', Querflöte 4', Nasat 2 2/3', Gemshorn 2', Terz 1 3/5', Sifflöte 1', Mixtur 5 fach, Trompete Harmonique 8', Hautbois 8', Clairon 4', Tremulant.
Pedal (C-f'): Principal 16', Subbass 16', Quinte 10 2/3', Oktave 8', Gedackt 8', Oktave 4', Mixtur 6 fach, Posaune 16', Dulcian 16', Trompete 8', Kornett 4'.
Koppeln: Hauptwerk - Rückpositiv, Hauptwerk - Brustwerk, Hauptwerk - Oberwerk, Pedal - Hauptwerk, Pedal - Rückpositiv, Pedal - Oberwerk.
Nebenregister und Spielhilfen: 32-voudige Setzer-combinatie.
| Literatur |
|
| Aufnahmen |
|
| Weblinks |
https://www.kirche-ll.de/themen/o/orgeln-in-luebeck/innenstadtkirchen/st-marien.html https://de.wikipedia.org/wiki/Marienkirche_(L%C3%BCbeck)#Totentanzorgel_(Chororgel) |
 |
 |
 |
 |
 |
 |
 |