Description complète d'orgue sélectionné
Photo: Piet Bron
Berlin, Deutschland (Berlin) - Marienkirche (Mitte)
Commune: Berlin
Adresse: Karl-Liebknecht-Straße 8, 10178, Berlin-Mitte
Site Web: http://www.marienkirche-berlin.de/
Description no.: 2000750.
Bâti par: Joachim Wagner (1721)
Données techniques
Composition
Hauptwerk (CD-c'''): Bordun 16', Principal 8', Viole di Gambe 8', Rohrflöt 8', Octav 4', Spitzflöt 4', Quinta 3', Octav 2', Cornet 5 fach (8') (discant), Scharff 5 fach (1 1/2'), Cimbel 3 fach (1'), Fagott 16', Trompet 8'.
Oberwerk (CD-c'''): Quintadena 16', Principal 8', Salicional 8', Gedackt 8', Octav 4', Fugara 4', Nassat 3', Octav 2', Tertie 1 3/5', Sifflöt 1', Mixtur 4 fach (1 1/2'), Oboe 8', Tremulant.
Hinterwerk (CD-c'''): Quintadena 8', Gedackt 8', Octav 4', Rohrflöt 4', Octav 2', Waldflöt 2', Quinta 1 1/2', Echo zum Cornet 5 fach, Cimbel 3 fach (1'), Vox-Humana 8', Tremulant.
Pedal: Principal-Bass 16', Violon 16', Octav-Bass 8', Gembßhorn 8', Quinta 6', Octav 4', Mixtur 6 fach (2'), Posaune 16', Trompet-Bass 8', Cleron 4'.
Autres: Zimbelstern.
Accouplements: Hauptwerk - Oberwerk, Hauptwerk - Hinterwerk, Pedal - Hauptwerk.
Jouer conseils: Sperrventil Hauptwerk.
Photo: Piet Bron
Berlin, Deutschland (Berlin) - Marienkirche (Mitte)
Commune: Berlin
Adresse: Karl-Liebknecht-Straße 8, 10178, Berlin-Mitte
Site Web: http://www.marienkirche-berlin.de/
Description no.: 2000750.
Bâti par: Joachim Wagner (1721)
| Année | Facteur | Opus | Activité | 1721 | Joachim Wagner | orgue neuf | 1800 | Abbé Georg Joseph Vogler | conversion | 1820 | Johann Simon Buchholz | restauration | 1894 | Schlag & Söhne | orgue neuf dans buffet vieille | 1949 | Karl Schuke | conversion | 2002 | Alfred Kern & fils | reconstruction |
- In de Marienkirche te Berlijn (tot 1990 Oost-Berlijn) bouwde Joachim Wagner van 1719 tot 1721 zijn belangrijkste instrument. Het werd gebouwd in een kas die gemaakt is door Johann Gluhme en Paul de Ritter. Het orgel werd in 1723 ingewijd. In de loop van de tijd is het behoorlijk gewijzigd, onder andere onder invloed van Abbé Vogler. Deze verwijderde in 1800 de helft van het pijpwerk en richtte het orgel opnieuw in volgens zijn eigen ideeën. Er was veel kritiek op deze werkzaamheden. Al in 1820 voerde Johann Simon Buchholz een uitgebreide restauratie en reconstructie uit.
- In 1893 werd het kerkgebouw gerestaureerd. Het orgel is door de firma Schlag & Söhne gemoderniseerd en omgebouwd. Het had hierna 53 stemmen. Veel registers werden uit het bestaande instrument overgenomen. Ook is een electromotor geplaatst, waardoor de winddruk van het orgel verhoogd kon worden en er verschillende hogedrukstemmen konden worden geplaatst. Het nieuwe orgel kreeg grotendeels pneumatische tracturen en nieuwe kegelladen, maar voor Hauptwerk, Schwellwerk en het Vorderes Pedal werden de sleepladen van Wagner hergebruikt, uitgebreid met een extra lade voor de grotere toonomvang. Voor Hauptwerk en Schwellwerk werd ook een deel van de mechanische tractuur opnieuw gebruikt. De registertractuur werd echter geheel pneumatisch aangelegd. De winddruk was 86 mm voor het hele orgel, met uitzondering van een tiental stemmen die een winddruk van 300 mm kregen. Op 24 augustus 1894 speelde Otto Dienel het orgel in. Op 28 augustus 1894 werd het orgel in het bijzijn van orgelmaker Oscar Schlag door Otto Dienel uitgebreid gedemonstreerd aan de keizerin van Duitsland.
- Karl Schuke restaureerde het orgel in 1949. De tractuur werd nu deels electro-pneumatisch.
- In 2002 voltooide de firma Kern een nieuw orgel in de oude kas, dat gebouwd is naar voorbeeld van het oorspronkelijke werk van Wagner. De dispositie werd uitgebreid met vijf stemmen, die Wagner zelf op andere drieklaviers orgels wel had geplaatst. Op 12 mei 2002 werd het gereconstrueerde orgel in gebruik genomen tijdens een kerkdienst, waarbij het bespeeld werd door Martina Kürschner en Christian Schlicke. 's Avonds gaf Leo van Doeselaar het officiële inwijdingsconcert.
Données techniques
| Nombre de registres par manuel | |
| - Hauptwerk | 13 |
| - Oberwerk | 12 |
| - Hinterwerk | 10 |
| - Pedal | 10 |
| Nombre de jeux total | 45 |
| Étendue des claviers | CD-c''' |
| Étendue du pédalier | CD-d' |
| Transmission des clés | Mechanical |
| Transmission des jeux | Mechanical |
| Sommier(s) | Slider chests |
| Hauteur tonale | a' = 440 Hz |
| Température | Neidhardt III |
Composition
Hauptwerk (CD-c'''): Bordun 16', Principal 8', Viole di Gambe 8', Rohrflöt 8', Octav 4', Spitzflöt 4', Quinta 3', Octav 2', Cornet 5 fach (8') (discant), Scharff 5 fach (1 1/2'), Cimbel 3 fach (1'), Fagott 16', Trompet 8'.
Oberwerk (CD-c'''): Quintadena 16', Principal 8', Salicional 8', Gedackt 8', Octav 4', Fugara 4', Nassat 3', Octav 2', Tertie 1 3/5', Sifflöt 1', Mixtur 4 fach (1 1/2'), Oboe 8', Tremulant.
Hinterwerk (CD-c'''): Quintadena 8', Gedackt 8', Octav 4', Rohrflöt 4', Octav 2', Waldflöt 2', Quinta 1 1/2', Echo zum Cornet 5 fach, Cimbel 3 fach (1'), Vox-Humana 8', Tremulant.
Pedal: Principal-Bass 16', Violon 16', Octav-Bass 8', Gembßhorn 8', Quinta 6', Octav 4', Mixtur 6 fach (2'), Posaune 16', Trompet-Bass 8', Cleron 4'.
Autres: Zimbelstern.
Accouplements: Hauptwerk - Oberwerk, Hauptwerk - Hinterwerk, Pedal - Hauptwerk.
Jouer conseils: Sperrventil Hauptwerk.
| Autres données des dispositions | |
|---|---|
| Autres dispositions |
|
| Références |
|
| Enregistrements |
|
| Lièns |
http://www.kernpipeorgan.com/francais/berlin.htm |
 |
 |
 |
 |
 |
 |
 |
 |
 |
 |
 |
 |
 |
 |
 |
 |
 |
 |
 |
 |
 |