Volledige beschrijving geselecteerd orgel
Foto: Roel Sikkema
Schleswig, Deutschland (Schleswig-Holstein) - Domkirche Sankt Petri
Gemeente: Schleswig
Adres: Norderdomstraße 6, 24837, Schleswig
Website: http://www.schleswiger-dom.de/
Beschrijving nr.: 2000717.
Gebouwd door: Marcussen & Søn (1963)
Het orgel bevat ouder materiaal: Orgelkas uit 1701 van Builder unknown
Technische gegevens
Dispositie
Hauptwerk (C-g'''): Prinzipal 16', Prinzipal 8', Spitzflöte 8', Oktave 4', Nachthorn 4', Quinte 2 2/3', Oktave 2', Mixtur 5-6 fach, Scharff 3 fach, Cymbel 3 fach, Fagott 16', Trompete 8'.
Rückpositiv (C-g'''): Prinzipal 8', Rohrgedackt 8', Quintade 8', Oktave 4', Spitzflöte 4', Oktave 2', Waldflöte 2', Quinte 1 1/3', Sesquialtera 2 fach, Scharff 5-6 fach, Dulzian 16', Krummhorn 8', Tremulant.
Schwellwerk (C-g'''): Bourdon 16', Diapason 8', Doppelflöte 8', Gambe 8', Voix Céleste 8', Fugara 4', Flûte 4', Nazard 2 2/3', Piccolo 2', Tierce 1 3/5', Mixtur 4 fach, Basson 16', Trompete 8', Hautbois 8', Tremulant.
Brustwerk (Schwellbar) (C-g'''): Gedackt 8', Spitzgambe 8', Prinzipal 4', Rohrflöte 4', Nasat 2 2/3', Oktave 2', Blockflöte 2', Terz 1 3/5', Sifflöte 1', Mixtur 3 fach, Glockencymbel 2 fach, Regal 16' - 2010, Vox Humana 8', Regal 4' - 2010, Tremulant.
Pedal (C-f'): Untersatz 32' - 2010, Principal 16' - 2010, Subbass 16' - 2010, Oktavbass 8' - 2010, Gedecktbass 8', Oktave 4', Koppelflöte 4', Nachthorn 2', Rauschquinte 3 fach, Mixtur 5 fach, Posaune 32' - 2010, Posaune 16', Trompete 8', Zink 4'.
Overige registers: Zimbelstern.
Koppelingen: Hauptwerk - Rückpositiv, Hauptwerk - Schwellwerk, Hauptwerk - Brustwerk, Rückpositiv - Schwellwerk, Pedal - Hauptwerk, Pedal - Rückpositiv, Pedal - Schwellwerk, Pedal - Brustwerk, Schwellwerk - Schwellwerk 16', Schwellwerk - Schwellwerk 4'.
Speelhulpen: 30.000 Setzer-Kombinationen.
Foto: Roel Sikkema
Schleswig, Deutschland (Schleswig-Holstein) - Domkirche Sankt Petri
Gemeente: Schleswig
Adres: Norderdomstraße 6, 24837, Schleswig
Website: http://www.schleswiger-dom.de/
Beschrijving nr.: 2000717.
Gebouwd door: Marcussen & Søn (1963)
Het orgel bevat ouder materiaal: Orgelkas uit 1701 van Builder unknown
| Jaar | Orgelbouwer | Opus | Activiteit | 1701 | Builder unknown | nieuwbouw | 1787 | Johann Heinrich Mittelheuser | uitbreiding | 1839 | Marcussen & Reuter | uitbreiding | 1894 | Gebrüder Rohlfing | ombouw | 1915 | Marcussen & Søn | wijzigen dispositie | 1920 | Wilhelm Sauer Orgelbau | wijzigen dispositie | 1950 | E.F. Walcker & Cie. | ombouw | 1963 | Marcussen & Søn | nieuwbouw in bestaande kas | 2003 | Kurt Quathamer | diverse werkzaamheden | 2010 | Karl Schuke | restauratie en uitbreiding |
- Het orgel van de Domkirche in Schleswig is in 1963 gebouwd door de firma Marcussen in de historische orgelkas die in de kerk aanwezig was. Deze kas is in 1701 gemaakt, maar het is niet bekend door wie. In dat jaar werd het orgel geheel herbouwd, met gebruikmaking van materiaal uit het vorige orgel uit 1610. Het orgel had 29 stemmen, verdeeld over drie manualen en pedaal. Het orgel werd in de volgende eeuwen uitgebreid tot 32 stemmen (Johann Hinrich Mittelhäuser, 1787) en 47 stemmen (Marcussen & Reuter, 1839). Het rugpositieffront is in 1847 vervangen door een neogotisch exemplaar.
- In 1886 moest het orgel verhuizen naar het noordertransept wegens werkzaamheden aan de westgevel. De firma Rohlfing herbouwde het orgel in 1893/1894 op de oude plaats. Het rugpositief werd echter verwijderd en het binnenwerk werd volledig gemoderniseerd. Hierna volgden nog wijzigingen door Marcussen (1915), Sauer (1920) en Walcker (1950). Omdat het oude werk vrijwel geheel verloren was gegaan besloot men de firma Marcussen in 1963 een nieuw orgel te laten bouwen, met een gereconstrueerd rugpositief, vier klavieren en vrij pedaal. Dit orgel is in 2003 gereviseerd door Kurt Quathamer.
- In 2009-2010 is het orgel grondig gerestaureerd door de firma Karl Schuke. Besloten werd het geheel te bewaren in de toestand van 1963. Het orgel is wel uitgebreid met een vierde manuaal (Schwellwerk) en een nieuwe Großpedal. Het pijpwerk voor deze uitbreidingen is achter het bestaande werk opgesteld. Op 2 juli 2010 is het orgel weer in gebruik genomen.
Technische gegevens
| Aantal registers per werk | |
| - Hauptwerk | 12 |
| - Rückpositiv | 12 |
| - Schwellwerk | 14 |
| - Brustwerk | 14 |
| - Pedal | 14 |
| Totaal aantal stemmen | 66 |
| Toetstractuur | Mechanisch |
| Registertractuur | Electro-pneumatisch |
| Windlade(n) | Sleepladen |
Dispositie
Hauptwerk (C-g'''): Prinzipal 16', Prinzipal 8', Spitzflöte 8', Oktave 4', Nachthorn 4', Quinte 2 2/3', Oktave 2', Mixtur 5-6 fach, Scharff 3 fach, Cymbel 3 fach, Fagott 16', Trompete 8'.
Rückpositiv (C-g'''): Prinzipal 8', Rohrgedackt 8', Quintade 8', Oktave 4', Spitzflöte 4', Oktave 2', Waldflöte 2', Quinte 1 1/3', Sesquialtera 2 fach, Scharff 5-6 fach, Dulzian 16', Krummhorn 8', Tremulant.
Schwellwerk (C-g'''): Bourdon 16', Diapason 8', Doppelflöte 8', Gambe 8', Voix Céleste 8', Fugara 4', Flûte 4', Nazard 2 2/3', Piccolo 2', Tierce 1 3/5', Mixtur 4 fach, Basson 16', Trompete 8', Hautbois 8', Tremulant.
Brustwerk (Schwellbar) (C-g'''): Gedackt 8', Spitzgambe 8', Prinzipal 4', Rohrflöte 4', Nasat 2 2/3', Oktave 2', Blockflöte 2', Terz 1 3/5', Sifflöte 1', Mixtur 3 fach, Glockencymbel 2 fach, Regal 16' - 2010, Vox Humana 8', Regal 4' - 2010, Tremulant.
Pedal (C-f'): Untersatz 32' - 2010, Principal 16' - 2010, Subbass 16' - 2010, Oktavbass 8' - 2010, Gedecktbass 8', Oktave 4', Koppelflöte 4', Nachthorn 2', Rauschquinte 3 fach, Mixtur 5 fach, Posaune 32' - 2010, Posaune 16', Trompete 8', Zink 4'.
Overige registers: Zimbelstern.
Koppelingen: Hauptwerk - Rückpositiv, Hauptwerk - Schwellwerk, Hauptwerk - Brustwerk, Rückpositiv - Schwellwerk, Pedal - Hauptwerk, Pedal - Rückpositiv, Pedal - Schwellwerk, Pedal - Brustwerk, Schwellwerk - Schwellwerk 16', Schwellwerk - Schwellwerk 4'.
Speelhulpen: 30.000 Setzer-Kombinationen.
| Overige dispositiegegevens | |
|---|---|
| Verschillende disposities |
The specification was from 1963 until 2009:: Hauptwerk: Gedaktpommer 16', Principal 8', Spidsfløjte 8', Oktav 4', Nathorn 4', Quint 2 2/3', Oktav 2', Mixtur 5-6 fach, Scharf 3 fach, Cymbel 3 fach, Fagot 16', Trompet 8'. Rückpositiv: Principal 8', Rørgedackt 8', Quintatøn 8', Oktav 4', Spidsfløjte 4', Oktav 2', Waldfløjte 2', Quint 1 1/3', Sesquialtera 2 fach, Scharf 5-6 fach, Dulcian 16', Krumhorn 8', Tremulant. Brustwerk: Gedakt 8', Spidsgamba 8', Principal 4', Rørfløjte 4', Nasat 2 2/3', Oktav 2', Blokfløjte 2', Terz 1 3/5', Sivfløjte 1', Mixtur 3 fach, Cymbel 2 fach, Regal 16', Vox Humana 8', Regal 4', Tremulant. Pedal: Principal 16', Subbas 16', Oktav 8', Gedakt 8', Oktav 4', Kobbelfløjte 4', Nathorn 2', Rauschquint 3 fach, Mixtur 5 fach, Basun 32', Basun 16', Trompet 8', Zink 4'. Koppeln: Hauptwerk - Pedal, Rückpositiv - Pedal, Brustwerk - Pedal, Rückpositiv - Hauptwerk, Brustwerk - Spielhilfen: Registerschweller. |
| Literatuur |
|
| Opnamen |
|
| Links |
http://www.schuke-berlin.de/de/orgeln/schleswig.htm https://de.wikipedia.org/wiki/Schleswiger_Dom#Die_Marcussen-Schuke-Orgel |
 |
 |
 |
 |