Volledige beschrijving geselecteerd orgel
Foto: Dirco Oskam
Sappemeer, Nederland (Groningen) - Doopsgezinde Kerk Sappemeer-Noordbroek
Gemeente: Midden-Groningen
Streek:Gorecht
Adres: Noorderstraat 53, 9611 AB, Sappemeer
Beschrijving nr.: 1006375.
Groningen Orgelland nummer: 505.
Gebouwd door: Gerhard Willem Lohman (1855)
Technische gegevens
Dispositie
Hoofdwerk (C-f'''): Bourdon 16', Praestant 8', Salicional 8' (discant), Holpijp 8', Octaaf 4', Fluit 4', Quint 3' - 1866, Octaaf 2' - 1866, Mixtuur III sterk (B/D), Trompet 8' (B/D) - 1990.
Bovenwerk (C-f'''): Violin Praestant 4', Zacht Gedakt 8' (B/D), Viola di Gamba 8' - C-fis uit Zachtgedakt, Nachthoorn 4' - 1838, Roerfluit 4', Gemshoorn 2' - 1859, Clarinet 8' (B/D) - 1866, Tremulant - 1935, Nihil.
Pedaal (C-d'): Subbas 16' - 1866, Prestant 8' - 1866, Bourdon 8' - 1866, Bazuin 16' - 1866, Trombone 8' - 1866.
Koppelingen: Manuaalkoppel (B/D), Pedaal - Hoofdwerk.
Foto: Dirco Oskam
Sappemeer, Nederland (Groningen) - Doopsgezinde Kerk Sappemeer-Noordbroek
Gemeente: Midden-Groningen
Streek:Gorecht
Adres: Noorderstraat 53, 9611 AB, Sappemeer
Beschrijving nr.: 1006375.
Groningen Orgelland nummer: 505.
Gebouwd door: Gerhard Willem Lohman (1855)
Jaar | Orgelbouwer | Opus | Activiteit | 1855 | Gerhard Willem Lohman | nieuwbouw | 1859 | Nicolaas Anthonie Gerhardus Lohman | uitbreiding | 1866 | firma Van Oeckelen & Zn. | uitbreiding | 1935 | J. de Koff & Zoon | diverse werkzaamheden | 1990 | Mense Ruiter Orgelmakers | restauratie |
- Het orgel van de in 1847 gebouwde Doopsgezinde Kerk in Sappemeer is gebouwd in de jaren 1854/1855 door G.W. Lohman. Het had oorspronkelijk een aangehangen pedaal. W..G. Hauff keurde het orgel op 15 december 1855. In 1859 plaatste men enkele gereserveerde stemmen, mogelijk is dat gedaan door N.A.G. Lohman.
- Het orgel werd al in 1866 uitgebreid met een vrij pedaal door de firma Van Oeckelen. Hiervoor maakten zij twee pedaaltorens die door tussenvelden met het oude front zijn verbonden. De rechtertoren is slechts voor de symmetrie gemaakt, het pedaal staat geheel achter de linker. Achter de rechttoren bevindt zich de klaviatuur. Van Oeckelen wijzigde ook de dispositie van het bestaande gedeelte: er werd een Openfluit 4' op het Bovenwerk geplaatst, evenals een doorslaande Clarinet 8'. De oude Woudfluit 2' van het Bovenwerk verschoof men tot een Quint voor het Hoofdwerk, en er is ook een nieuwe Octaaf 2' op het Hoofdwerk geplaatst. De Gemshoorn 2', die in 1859 op het Hoofdwerk was geplaatst, verhuisde naar het Bovenwerk naar de vrijgekomen plaats van de Woudfluit.
- De firma De Koff verbouwde het orgel in 1935, hierbij geadviseerd door K.M. Luyten uit Enschede. Zij plaatsten het Bovenwerk in een zwelkast en wijzigden de dispositie hiervan door de Openfluit te vervangen door een Vioolprestant 8'. Ook is de Trompet van het Hoofdwerk vervangen door een nieuw exemplaar.
- Mense Ruiter restaureerde het orgel in de jaren 1988-1990 onder advies van Jan Jongepier, waarbij zoveel mogelijk de situatie van 1866 is hersteld. De Vioolprestant van De Koff is vervangen door een Nachthoorn 4', gemaakt door Van Oeckelen voor het orgel van de Martinikerk in Groningen. Bij de restauratie is een nieuwe Trompet geplaatst, en ook is het pedaalklavier uit 1935 vervangen door een nieuw. Op 3 februari 1990 werd het orgel weer in gebruik genomen. Het werd hierbij bespeeld door Jan Jongepier en door dhr. J.J. Soesbeek, organist van de kerk.
Technische gegevens
Aantal registers per werk | |
- Hoofdwerk | 10 |
- Bovenwerk | 7 |
- Pedaal | 6 |
Totaal aantal stemmen | 23 |
Toetstractuur | Mechanisch |
Registertractuur | Mechanisch |
Windlade(n) | Sleepladen |
Toonhoogte | a' = 440 Hz |
Temperatuur | Equal temperament |
Winddruk | 73 mm |
Dispositie
Hoofdwerk (C-f'''): Bourdon 16', Praestant 8', Salicional 8' (discant), Holpijp 8', Octaaf 4', Fluit 4', Quint 3' - 1866, Octaaf 2' - 1866, Mixtuur III sterk (B/D), Trompet 8' (B/D) - 1990.
Bovenwerk (C-f'''): Violin Praestant 4', Zacht Gedakt 8' (B/D), Viola di Gamba 8' - C-fis uit Zachtgedakt, Nachthoorn 4' - 1838, Roerfluit 4', Gemshoorn 2' - 1859, Clarinet 8' (B/D) - 1866, Tremulant - 1935, Nihil.
Pedaal (C-d'): Subbas 16' - 1866, Prestant 8' - 1866, Bourdon 8' - 1866, Bazuin 16' - 1866, Trombone 8' - 1866.
Koppelingen: Manuaalkoppel (B/D), Pedaal - Hoofdwerk.
Vulstem | Samenstelling |
Mixtuur III-IV-V sterk (Hoofdwerk) | C: 2' - 1 1/3' - 1'. c': 4' - 2 2/3' - 2' - 1 1/3'. c'': 4' - 2 2/3' - 2' - 1 1/3' - 1 1/3'. |
Overige dispositiegegevens | |
---|---|
Verschillende disposities |
De oorspronkelijke dispositie van Lohman luidde: Hoofdwerk (C-f'''): Bourdon 16', Prestant 8', Holpijp 8', Salicional 8' (discant), Octaaf 4', Gedaktfluit 4', Octaaf 2' (gereserveerd), Gemshoorn 2' (gereserveerd), Mixtuur II-IV-V sterk (B/D), Trompet 8' (B/D). Bovenwerk (C-f'''): Zachtgedakt 8' (B/D), Viola di Gamba 8', Violinprestant 4', Roerfluit 4', Holfluit 4' (gereserveerd), Woudfluit 2', Vox Humana 8' (B/D, gereserveerd). Pedaal (C-d'): Aangehangen. |
Literatuur |
|
|
|
|
|
|
|
|
|