Spring naar content
Volledige beschrijving geselecteerd orgel
Bron: Postcard. Datering: ca. 1920.

Bron: Postcard

Genderen, Nederland (Noord-Brabant) - Hervormde Kerk

Doorverwezen vanaf: Amsterdam - Instituut voor Blinde Kinderen, kerkzaal (1832 - 1902)

Gemeente: Altena
Adres: Kerkstraat 29, 4265 JD, Genderen
Website: http://www.kerkingenderen.nl/

Beschrijving nr.: 1004554.

Gebouwd door: Jonathan Bätz (1832)
Verwoest (1944)

JaarOrgelbouwerOpusActiviteit
1832 Jonathan Bätz  nieuwbouw
1903 Maarschalkerweerd & Zoon  overplaatsing

  • In 1808 is in Amsterdam het Instituut voor Blinde Kinderen opgericht. Voor de kerkzaal werd in 1813 een tweedehands orgel aangeschaft via Leonard van den Brink. In 1820 kocht men een oud kabinetorgel met twee klavieren via Knipscheer. Het eerste contact met Jonathan Bätz werd gelegd in 1825, toen hij het orgel keurde. Hij maakte het weer bespeelbaar, maar in 1827 stelde hij voor een nieuw orgel te maken. De bouw ondervond aardig wat problemen, onder andere vanwege de beperkte ruimte die er was voor het instrument. In 1830 was het eigenlijk al gereed, maar het kon pas in december 1831 worden opgebouwd. Het oude orgel werd in november 1831 verkocht aan de Hervormde Kerk te Hornhuizen. Op 8 maart 1832 is het orgel opgeleverd.
  • Het Blindeninstituut verhuisde in 1885 van het oude gebouw "De Bonte Mantel" aan de Herengracht naar een nieuw onderkomen aan de Vossiusstraat. Het orgel verhuisde mee, maar verkeerde in slechte staat. Steenkuyl repareerde het in 1895, maar in 1902 besloot men om een nieuw instrument te laten bouwen door de firma Maarschalkerweerd. Het oude orgel, dat vooral te lijden had van de verwarming, werd door Maarschalkerweerd ingenomen en na restauratie in de Hervormde Kerk te Genderen geplaatst. In Genderen raakte het instrument zwaar beschadigd in november 1944 door oorlogsgeweld. Na de oorlog werd het in 1954 in sterk gewijzigde vorm herbouwd door Verweijs, echter met mechanische tractuur. Een laatste verbouwing had plaatst in 1964 toen F. Bouwmeester het gehele orgel electrisch maakte en de dispositie ingrijpend wijzigde. Van Bätz zijn nog slechts drie stemmen aanwezig.

Kort overzicht van plaatsen waar het orgel heeft gestaan
1832AmsterdamBlindeninstituut
1903GenderenHervormde Kerk

Technische gegevens
Aantal registers per werk
- Ondermanuaal9
- Bovenmanuaal6
- Pedaalaangehangen
Totaal aantal stemmen15
ToetstractuurMechanisch
RegistertractuurMechanisch
Windlade(n)Sleepladen

Dispositie
Ondermanuaal: Prestant 8', Roerfluit 8', Octaaf 4', Fluit 4', Quint 3', Octaaf 2', Cornet IV sterk (discant), Sexquialter II sterk (discant), Mixtuur II-III-IV-V sterk.
Bovenmanuaal: Holpijp 8', Viola di Gamba 8' (discant), Prestant 4', Roerfluit 4', Roerquint 3', Gemshoorn 2'.
Pedaal: Aangehangen.
Koppelingen: Klavierkoppeling (gehalveerd).
Speelhulpen: Tremulant.

VulstemSamenstelling
Cornet IV sterk (discant) c': 4' - 2 2/3' - 2' - 1 3/5'.
Literatuur
  • De orgelmakers Bätz (1739 - 1849) : Een eeuw orgelbouw in Nederland / Gert Oost. - 3e aangevulde druk. - Alphen aan den Rijn: Canaletto, 1981.
  • De orgelmakers Witte : Een bijdrage tot de geschiedschrijving van de orgelbouw in Nederland in de tweede helft van de negentiende eeuw / dr. Teus den Toom. - Heerenveen: Uitgeverij J.J. Groen en Zoon, 1997.

Bron: Postcard. Datering: ca. 1920.
Bron: Postcard