Volledige beschrijving geselecteerd orgel
Foto: Michiel van 't Einde
Brummen, Nederland (Gelderland) - Oude Kerk (Pancratiuskerk)
Gemeente: Brummen
Streek:Veluwe
Adres: Kerkstraat 17, 6971 AE, Brummen
Beschrijving nr.: 1003885.
Gebouwd door: Johann Heinrich Holtgräve (1845)
Technische gegevens
Dispositie
Hoofdwerk (C-f''', deling tussen b°/c'): Bourdon 16', Prestant 8', Holpijp 8', Octaaf 4', Gemshoorn 4', Quint 3', Octaaf 2', Fluit 2' - 1845/1971, Cornet V sterk (8') (D), Mixtuur III-IV sterk (2'), Fagot 16' - 1928, Trompet 8' (B/D) - 1928.
Positief (C-f''', deling tussen b°/c'): Principaal 8', Roerfluit 8', Viola di Gamba 8', Octaaf 4', Openfluit 4', Octaaf 2' - 1971, Woudfluit 2', Flageolet 1' - 1845/1940, Sesquialter II sterk (2 2/3') (D) - 1940, Dulciaan 8' - 1971.
Pedaal (C-d'): Bourdon 16' - 1971; transmission, Gedekt 8' - 1971.
Koppelingen: Hoofdwerk - Positief, Pedaal - Hoofdwerk.
Foto: Michiel van 't Einde
Brummen, Nederland (Gelderland) - Oude Kerk (Pancratiuskerk)
Gemeente: Brummen
Streek:Veluwe
Adres: Kerkstraat 17, 6971 AE, Brummen
Beschrijving nr.: 1003885.
Gebouwd door: Johann Heinrich Holtgräve (1845)
Jaar | Orgelbouwer | Opus | Activiteit | 1845 | Johann Heinrich Holtgräve | nieuwbouw | 1928 | firma N.V. Van Dam | wijzigen dispositie | 1937 | Valckx & Van Kouteren | overplaatsing | 1940 | Nicolaas Albertus van Dam | ombouw | 1971 | Orgelmakerij Reil | restauratie |
- J.H. Holtgräve bouwde dit orgel in 1844/1845. Het bestek is op 1 maart 1844 getekend. Bij oplevering op 1 november 1845 had het instrument 22 stemmen op twee manualen en aangehangen pedaal. De dispositie werd in 1928 gewijzigd door de firma N.V. Van Dam. Zij vernieuwden de beide tongwerken van het Hoofdwerk (Fagot en Trompet), en deelden de Trompet in bas en discant. Verdwer werden op het Positief de Flageolet 1' en de Dulciaan 8' vervangen door een Cello 8' en een Celeste 8'.
- Nadat de kerk aan de zuidzijde was vergroot, plaatste Valckx & Van Kouteren het orgel in 1937 naar een nieuwe galerij over. De balgen zijn hierbij vervangen. Het orgel werd hierna weer in gebruik genomen op vrijdag 26 november 1937. Bij deze gelegenheid werd het bespeeld door Johan Kres, organist in Utrecht.
- Drie jaar later werd de dispositie gewijzigd door N.A. van Dam. Hij breidde het orgel uit met een vrij pedaal op een pneumatische lade met twee registers. De Gedekte Fluit 2' van het Hoofdwerk werd opgeschoven tot een Fluit 1 1/3'. Op het positief werd de Octaaf 2' gewijzigd in een Flageolet 1'. Verder werden de Cello 8' (uit 1928) en de Fluit Travers 8' (D) vervangen door een Dulciaan 8' en een Sexquailter II sterk (D).
- In de jaren hierna is het orgel nog meer gewijzigd, en rond 1960 verkeerde het in een zeer slechte staat. De mechaniek was hard aan revisie toe en het orgel speelde bijzonder zwaar. Een grote restauratie werd uitgevoerd door Reil in de jaren 1970-1971, geadviseerd door Klaas Bolt. Op 4 april 1971 kon het herboren orgel weer in gebruik worden genomen met een bespeling door Cornelis Bute, organist te Zutphen. Bij de restauratie is de oude dispositie hersteld, en er is een nieuw mechanisch pedaal gemaakt met een zelfstandige Gedekt 8' en een transmissie van de Bourdon 16'.
Technische gegevens
Aantal registers per werk | |
- Hoofdwerk | 12 |
- Positief | 10 |
- Pedaal | 2 (1) |
Totaal aantal stemmen | 24 (23) |
Toetstractuur | Mechanisch |
Registertractuur | Mechanisch |
Windlade(n) | Sleepladen |
Toonhoogte | a' = 440 Hz |
Temperatuur | Equal temperament |
Winddruk | 80 mm (Hoofdwerk), 77 mm (Positief) |
Dispositie
Hoofdwerk (C-f''', deling tussen b°/c'): Bourdon 16', Prestant 8', Holpijp 8', Octaaf 4', Gemshoorn 4', Quint 3', Octaaf 2', Fluit 2' - 1845/1971, Cornet V sterk (8') (D), Mixtuur III-IV sterk (2'), Fagot 16' - 1928, Trompet 8' (B/D) - 1928.
Positief (C-f''', deling tussen b°/c'): Principaal 8', Roerfluit 8', Viola di Gamba 8', Octaaf 4', Openfluit 4', Octaaf 2' - 1971, Woudfluit 2', Flageolet 1' - 1845/1940, Sesquialter II sterk (2 2/3') (D) - 1940, Dulciaan 8' - 1971.
Pedaal (C-d'): Bourdon 16' - 1971; transmission, Gedekt 8' - 1971.
Koppelingen: Hoofdwerk - Positief, Pedaal - Hoofdwerk.
Vulstem | Samenstelling |
Cornet V sterk discant (Hoofdwerk) | c': 8' - 4' - 2 2/3' - 2' - 1 3/5'. |
Mixtuur III-IV sterk (Hoofdwerk) | C: 2' - 1 1/3' -1'. c°: 2 2/3' - 2' - 1 1/3'. c': 4' - 2 2/3' - 2' - 1 1/3'. c'': 8' - 5 1/3' - 4' - 2 2/3'. |
Sesquialter II sterk discant (Positief) | c': 2 2/3' - 1 3/5'. |
Overige dispositiegegevens | |
---|---|
Van 't Kruijs (1885) |
Het Orgel in de Hervormde Kerk te Bummen heeft 22 sprekende stemmen, twee klavieren, aangehangen pedaal en is omstreeks 1845 door Holzgräber, uit Deventer, geleverd. Organist de Heer J. van Dissel. Hoofdmanuaal: Prestant 8', Bourdon 16', Holpijp 8', Octaaf 4', Gemshoorn 4', Quint 3', Octaaf 2', Fluit 2', Cornet 5 st., Mixtuur 3, 4 st., Fagot 16', Trompet 8'. Bovenmanuaal: Prestant 8', Viola 8', Fluit Trav. (disc.) 8', Roerfluit 8', Octaaf 4', Openfluit 4', Octaaf 2', Woudfluit 2', Flageolet 1', Dulciaan 8'. Aangehangen Pedaal. Stomme Registers: Afsluiting, Koppelingen, Ventiel. |
Verschillende disposities |
|
Literatuur |
|
Opnamen |
Brummen : Holtgräve-orgel / Theo Meurs. - Contrapunctus Musicus VC 2520 (CD). - 2004. |
|
|
|
|
|
|
|