Complete description of the selected organ
Source: Fotokaart Kaat & Tijhuis
Den Haag, Nederland (Zuid-Holland) - Bethaniëkerk van de Gereformeerde Gemeente
Municipal: Den Haag
Address: Oude Boomgaardstraat 43, 2513 TP, Den Haag
Description nr.: 1003419.
Built by: Kaat & Tijhuis (1986)
The organ contains older material: from 1975 by Hendriksen & Reitsma
Het orgel van de Haagse Bethaniëkerk is uitgevoerd als driemanuaals instrument, waarbij het middelste klavier als koppelklavier functioneert. De kerk is in 1986 gebouwd naar een ontwerp van J. Valk, die ook het front van het orgel ontwierp. In het vorige kerkgebouw stond sinds de jaren dertig een orgel van Duitse origine, gekocht bij de firma Rohlfing in Osnabrück en afkomstig uit een Rooms-Katholieke Kerk. Het werd in 1959/1960 gewijzigd door Koppejan, en in 1975 door Hendriksen & Reitsma voorzien van een nieuwe mechanische lade voor het Nevenwerk. Deze windlade is opnieuw gebruikt voor het Nevenwerk, en ook is de Holfluit 8' nog afkomstig van het oude orgel. Namens de Orgelbouw Advies Commissie van de VOGG waren P.J. Wols en A. van Hell als adviseur aangesteld. Op 26 augustus 1986 is het orgel in gebruik genomen.
Technical data
Specification
Hoofdwerk (C-f'''): Prestant 8', Roerfluit 8', Octaaf 4', Spitsfluit 4', Octaaf 2', Mixtuur III sterk (1 1/3').
Nevenwerk (C-f'''): Holfluit 8' - oud, Fluit 4', Nasard 2 2/3', Doublette 2', Terts 1 3/5', Echo-Trompet 8', Tremulant.
Pedaal (C-d'): Subbas 16', Gedekt 8' - gedeeltelijk uit Subbas.
Couplers: Pedaal - Hoofdwerk, Pedaal - Nevenwerk, Koppelklavier.
Other sources
Source: Fotokaart Kaat & Tijhuis
Den Haag, Nederland (Zuid-Holland) - Bethaniëkerk van de Gereformeerde Gemeente
Municipal: Den Haag
Address: Oude Boomgaardstraat 43, 2513 TP, Den Haag
Description nr.: 1003419.
Built by: Kaat & Tijhuis (1986)
The organ contains older material: from 1975 by Hendriksen & Reitsma
Het orgel van de Haagse Bethaniëkerk is uitgevoerd als driemanuaals instrument, waarbij het middelste klavier als koppelklavier functioneert. De kerk is in 1986 gebouwd naar een ontwerp van J. Valk, die ook het front van het orgel ontwierp. In het vorige kerkgebouw stond sinds de jaren dertig een orgel van Duitse origine, gekocht bij de firma Rohlfing in Osnabrück en afkomstig uit een Rooms-Katholieke Kerk. Het werd in 1959/1960 gewijzigd door Koppejan, en in 1975 door Hendriksen & Reitsma voorzien van een nieuwe mechanische lade voor het Nevenwerk. Deze windlade is opnieuw gebruikt voor het Nevenwerk, en ook is de Holfluit 8' nog afkomstig van het oude orgel. Namens de Orgelbouw Advies Commissie van de VOGG waren P.J. Wols en A. van Hell als adviseur aangesteld. Op 26 augustus 1986 is het orgel in gebruik genomen.
Technical data
| Number of stops per division | |
| - Hoofdwerk | 6 |
| - Nevenwerk | 6 |
| - Pedaal | 2 |
| Total number of stops | 14 |
| Key action | Mechanical |
| Stop action | Mechanical |
| Windchest(s) | Slider chests |
Specification
Hoofdwerk (C-f'''): Prestant 8', Roerfluit 8', Octaaf 4', Spitsfluit 4', Octaaf 2', Mixtuur III sterk (1 1/3').
Nevenwerk (C-f'''): Holfluit 8' - oud, Fluit 4', Nasard 2 2/3', Doublette 2', Terts 1 3/5', Echo-Trompet 8', Tremulant.
Pedaal (C-d'): Subbas 16', Gedekt 8' - gedeeltelijk uit Subbas.
Couplers: Pedaal - Hoofdwerk, Pedaal - Nevenwerk, Koppelklavier.
| Literature |
|
- Aart de Kort