Volledige beschrijving geselecteerd orgel
Bron: Collectie Hans Kriek
Rotterdam, Nederland (Zuid-Holland) - Doopsgezinde Kerk
Gemeente: Rotterdam
Beschrijving nr.: 1001824.
Gebouwd door: Jan van der Kley (1921)
Het orgel bevat ouder materiaal: Orgelkas uit 1775 van Johannes Josephus Mitterreither
Verloren gegaan bij bombardement op 10 mei 1940 (1940)
Technische gegevens
Dispositie
Manuaal I (Hoofdwerk): Bourdon 16', Prestant 8', Holpijp 8', Salicionaal 8', Octaaf 4', Fluit 4', Cornet V sterk, Mixtuur III-IV sterk, Trompet 8'.
Manuaal II (Zwelwerk): Roerfluit 8', Viool 8', Voix Céleste 8', Quintadeen 8', Salicet 4', Openfluit 4', Woudfluit 2', Hobo 8', Dulciaan 8'.
Pedaal: Open Subbas 16', Bourdon 16' - transmissie, Octaaf 8', Gedekt 8' - transmissie.
Koppelingen: Manuaal I - Manuaal II, Pedaal - Manuaal I, Pedaal - Manuaal II.
Speelhulpen: Tremulant, 4 vaste combinaties (p - mf - f - tutti), Automatisch Pianopedaal, Generaal Crescendo.
Overige bronnen
Bron: Collectie Hans Kriek
Rotterdam, Nederland (Zuid-Holland) - Doopsgezinde Kerk
Gemeente: Rotterdam
Beschrijving nr.: 1001824.
Gebouwd door: Jan van der Kley (1921)
Het orgel bevat ouder materiaal: Orgelkas uit 1775 van Johannes Josephus Mitterreither
Verloren gegaan bij bombardement op 10 mei 1940 (1940)
Jaar | Orgelbouwer | Opus | Activiteit | 1775 | Johannes Josephus Mitterreither | nieuwbouw | 1896 | D.G. Steenkuyl | ombouw | 1921 | Jan van der Kley | nieuwbouw in bestaande kas |
- De Doopsgezinde Kerk in Rotterdam was gebouwd in de jaren 1773-1775. Het gebouw stond op een binnenpleintje, geheel omgeven door huizen. De toegang werd verkregen door een poortje. Johannes Mitterreither bouwde een orgel voor de kerk met hoofdwerk en rugpositief en vrij pedaal. Het orgel werd op 11 mei 1775 opgeleverd. Het telde 25 stemmen. In 1896 zijn de kassen gerestaureerd door D.G. Steenkuyl. Het binnenwerk was ook al ingrijpend gewijzigd toen men besloot het in 1920 geheel te laten vervangen door een modern instrument.
- J. van der Kley uit Rotterdam bouwde in de jaren 1920/1921 een nieuw orgel in de oude kas van Mittenreyter. Hierbij verving hij de frontpijpen door nieuwe, en het rugwerk werd buiten gebruik gesteld. In de hoofdwerkkas bouwde hij een electro-pneumatisch instrument met hoofdwerk, zwelwerk en vrij pedaal. Het orgel ging samen met de kerk ten onder tijdens het bombardement op Rotterdam op 10 mei 1940.
Technische gegevens
Aantal registers per werk | |
- Manuaal I (Hoofdwerk) | 9 |
- Manuaal II (Zwelwerk) | 9 |
- Pedaal | 4 |
Totaal aantal stemmen | 22 |
Temperatuur | Equal temperament |
Dispositie
Manuaal I (Hoofdwerk): Bourdon 16', Prestant 8', Holpijp 8', Salicionaal 8', Octaaf 4', Fluit 4', Cornet V sterk, Mixtuur III-IV sterk, Trompet 8'.
Manuaal II (Zwelwerk): Roerfluit 8', Viool 8', Voix Céleste 8', Quintadeen 8', Salicet 4', Openfluit 4', Woudfluit 2', Hobo 8', Dulciaan 8'.
Pedaal: Open Subbas 16', Bourdon 16' - transmissie, Octaaf 8', Gedekt 8' - transmissie.
Koppelingen: Manuaal I - Manuaal II, Pedaal - Manuaal I, Pedaal - Manuaal II.
Speelhulpen: Tremulant, 4 vaste combinaties (p - mf - f - tutti), Automatisch Pianopedaal, Generaal Crescendo.
Literatuur |
|
- W.F. Poot
|