Volledige beschrijving geselecteerd orgel
Foto: Piet Bron
Utrecht, Nederland (Utrecht) - Jacobikerk
Gemeente: Utrecht
Adres: Sint Jacobsstraat 171, 3511 BP, Utrecht
Website: http://www.jacobikerk.nl/
Beschrijving nr.: 1001243.
Gebouwd door: Gerrit Petersz (1509)
Technische gegevens
Dispositie
Hoofdwerk (C-c'''): Prestant 16' - voor 1742/1978; discant dubbelkorig, Octaaf 8' - 1742/1978, Holpijp 8', Octaaf 4' - voor 1742/1978, Openfluit 4' - 1742/1978, Roerfluit 4', Quint 3' - voor 1742, Octaaf 2' - voor 1742/1978, Woudfluit 2', Cornet IV sterk (discant) - 1750/1978, Sexquialter III sterk, Mixtuur IV-VI sterk (B/D) - voor 1742/1742, Trompet 8' - 1978, Tremulant.
Rugwerk (C-c'''): Prestant 8' - 1823/1978, Holpijp 8', Quintadeen 8', Fluit Travers 8' (discant) - 1978, Octaaf 4', Gemshoorn 4', Octaaf 2', Woudfluit 2', Quint 1 1/2' - 1823/1978, Flageolet 1', Carillon III sterk (discant) - 1823/1978, Sexquialter II sterk (discant) - 1978, Mixtuur III-VI sterk (B/D) - 1823, Fagot 8' (B/D) - 1823, Vox Humana 8' (B/D) - 1978, Tremulant.
Pedaal (C-d'): Prestant 16' - 1978; transmissie hoofdwerk, Bourdon 16' - voor 1742/1742, Octaaf 8', Octaaf 4' - voor 1742, Mixtuur IV-V sterk - 1978, Bazuin 16' - 1742.
Koppelingen: Pedaal - Hoofdwerk, Pedaal - Rugwerk (1978), Hoofdwerk - Rugwerk (gedeeld).
Speelhulpen: Afsluiters, Ventiel.
Foto: Piet Bron
Utrecht, Nederland (Utrecht) - Jacobikerk
Gemeente: Utrecht
Adres: Sint Jacobsstraat 171, 3511 BP, Utrecht
Website: http://www.jacobikerk.nl/
Beschrijving nr.: 1001243.
Gebouwd door: Gerrit Petersz (1509)
Jaar | Orgelbouwer | Opus | Activiteit | 1509 | Gerrit Petersz | nieuwbouw | 1560 | Johan Roose | diverse werkzaamheden | 1610 | Dirk Peters de Swart | ombouw | 1610 | Jacob Jansz & Jan Jacobs Lin | ombouw | 1642 | Godert van Pisa | diverse werkzaamheden | 1682 | Roelof Barendsz Duyschot | diverse werkzaamheden | 1724 | Willem van Limborch | diverse werkzaamheden | 1742 | Rudolf Garrels | ombouw | 1750 | Johann Heinrich Hartmann Bätz | uitbreiding | 1807 | Abraham Meere | diverse werkzaamheden | 1823 | Abraham Meere | ombouw | 1846 | Abraham Meere jr. | wijzigen dispositie | 1883 | Johan Frederik Witte | diverse werkzaamheden | 1911 | J. de Koff & Zoon | wijzigen dispositie | 1978 | Gebroeders Van Vulpen | restauratie | 1996 | Gebroeders Van Vulpen | restauratie |
- Gerrit Petersz, orgelmaker in Utrecht, bouwde in de jaren 1504-1509 het orgel in de Jacobikerk. Hij was een conservatief bouwer, en het instrument is dan ook nog meer een gotisch orgel dan een product uit de renaissance. Het orgel werd dan ook door de kerkmeesters afgekeurd. Na een slepend conflict werd in 1516 een compromis bereikt, en kon het orgel worden opgeleverd. Johan Roose voerde in 1560 reparaties uit. Na bijna honderd jaar werd het orgel gerestaureerd en gewijzigd door Dirk Petersz. de Swart en Jacob Jansz. van Lin, in 1609/1610. Na deze verbouwing had het orgel drie manualen met 38 toetsen (F G A - g'' a'') en een aangehangen pedaal. Het hoofdwerk was een groot Blokwerk, grotendeels uit 1509, het Rugwerk had 7 registers en het Bovenwerk 8.
- In 1740 besloot men het orgel te moderniseren. Rudolf Garrels voerde het werk uit van 1740 tot 1742. Hij vergrootte de omvang van het hoofdwerk tot 49 toetsen (C-c'''), maakte een vrij pedaal dat achter het orgel werd opgesteld en bracht veel nieuwe registers aan. Ook maakte hij een nieuwe windlade. Op 11 juli 1742 werd het orgel goedgekeurd. Het had nu een hoofdwerk met 13 stemmen, het oude rugwerk met 7 stemmen en een vrij pedaal met 5 stemmen en een omvang van 27 toetsen (C-d'). In 1750 plaatste J.H.H. Bätz een Cornet op het hoofdwerk.
- Na 1800 ging het onderhoud naar Abraham Meere. Deze wijzigde het front in 1807. Hij plaatste 18 nieuwe frontpijpen en maakte nieuw snijwerk en nieuwe ornamenten. In 1823 verving Meere het oude rugwerk door een nieuw in een nieuwe kas met 15 registers. De omvang werd nu gelijk aan die van het hoofdwerk: van C-c'''. Het nieuwe rugwerk paste qua klank niet goed bij het hoofdwerk. In 1846 verving de kleinzoon van Meere, Abraham jr., de Mixtuur van het Pedaal door een Roerquint 6'. Tenslotte werd in 1911 een modernisering uitgevoerd door J. de Koff, die een aantal vulstemmen door strijkers verving.
- Een grote restauratie van de kerk werd afgesloten in 1975. Aansluitend is het orgel gerestaureerd in 1976-1978 door Van Vulpen. Het werd hierbij grotendeels teruggebracht in de toestand van 1742, het rugwerk in die van 1823. Er werd wel een koppeling Pedaal - Rugwerk toegevoegd, en op het pedaal werd de Prestant 16' van het hoofdwerk via een transmissie geplaatst. De restauratie is uitgevoerd onder advies van dr. M.A. Vente en dr. J. van Biezen. De kas werd ook in de donkerrode kleur van 1742 geschilderd. Op 30 september 1978 is deze restauratie afgerond met een concert door Theo Teunissen. Onder begeleiding van Rudi van Straten en Peter van Dijk werd in 1995 een nieuwe restauratie gestart, opnieuw door Van Vulpen. Op 14 februari 1997 werd het instrument weer in gebruik genomen.
Technische gegevens
Aantal registers per werk | |
- Hoofdwerk | 13 |
- Rugwerk | 15 |
- Pedaal | 6 |
Totaal aantal stemmen | 34 |
Toetstractuur | Mechanisch |
Registertractuur | Mechanisch |
Windlade(n) | Sleepladen |
Dispositie
Hoofdwerk (C-c'''): Prestant 16' - voor 1742/1978; discant dubbelkorig, Octaaf 8' - 1742/1978, Holpijp 8', Octaaf 4' - voor 1742/1978, Openfluit 4' - 1742/1978, Roerfluit 4', Quint 3' - voor 1742, Octaaf 2' - voor 1742/1978, Woudfluit 2', Cornet IV sterk (discant) - 1750/1978, Sexquialter III sterk, Mixtuur IV-VI sterk (B/D) - voor 1742/1742, Trompet 8' - 1978, Tremulant.
Rugwerk (C-c'''): Prestant 8' - 1823/1978, Holpijp 8', Quintadeen 8', Fluit Travers 8' (discant) - 1978, Octaaf 4', Gemshoorn 4', Octaaf 2', Woudfluit 2', Quint 1 1/2' - 1823/1978, Flageolet 1', Carillon III sterk (discant) - 1823/1978, Sexquialter II sterk (discant) - 1978, Mixtuur III-VI sterk (B/D) - 1823, Fagot 8' (B/D) - 1823, Vox Humana 8' (B/D) - 1978, Tremulant.
Pedaal (C-d'): Prestant 16' - 1978; transmissie hoofdwerk, Bourdon 16' - voor 1742/1742, Octaaf 8', Octaaf 4' - voor 1742, Mixtuur IV-V sterk - 1978, Bazuin 16' - 1742.
Koppelingen: Pedaal - Hoofdwerk, Pedaal - Rugwerk (1978), Hoofdwerk - Rugwerk (gedeeld).
Speelhulpen: Afsluiters, Ventiel.
Vulstem | Samenstelling |
Mixtuur IV-V-VI sterk (Hoofdwerk) | C: 2' - 1 1/3' - 1' - 2/3'. c°: 2 2/3' - 2' - 1 1/3' - 1'. c': 5 1/3' - 4' - 2 2/3' - 2' - 1 1/3'. c'': 8' - 5 1/3' - 4' - 2 2/3' - 2' - 1 1/3'. |
Sesquialter III sterk (Hoofdwerk) | C: 2' - 1' - 4/5'. c°: 4' - 2' - 1 3/5'. c': 4' - 2 2/3' - 1 3/5'. |
Cornet IV sterk discant (Hoofdwerk) | c': 4' - 2 2/3' - 2' - 1 3/5'. |
Carillon III sterk discant (Rugwerk) | c': 4' - 1 3/5' - 1'. |
Sesquialter II sterk discant (Rugwerk) | c': 2 2/3' - 1 3/5'. |
Mixtuur III-VI sterk (Rugwerk) | C: 1 3/5' - 1 1/3' - 1'. c°: 2 2/3' - 2' - 1 3/5' - 1 1/3'. c': 4' - 3 1/5' - 2 2/3' - 2' - 2'. c'': 4' - 4' - 3 1/5' - 2 2/3' - 2' - 2'. c''': 4' - 4' - 3 1/5' - 2 2/3' - 2' - 2'. |
Mixtuur IV-V sterk (Pedaal) | C: 2' - 1 1/3' - 1' - 2/3'. c°: 2 2/3' - 2' - 1 1/3' - 1' - 2/3'. |
Overige dispositiegegevens | |
---|---|
Hess (1774) |
Het Orgel in de St. Jacobs-Kerk, met twee Hand-Clavieren en een Vry-Pedaal, heeft 25 stemmen. Manuaal, 13 stemmen: Praestant 16', Octaav 8', Holpyp 8', Octaav 4', Openfluit 4', Rhoerfluit 4', Octaav 2', Waldfluit 2', Quint 3', Sexquialtra, Mixtuur, Cornet en Trompet 8'. Rugpositief, 7 stemmen: Praestant 8', Quintadeen 8', Octaav 4', Sup. Oct. 2', Flajeolet 1', Sexquialt. en Mixtuur. Pedaal, 5 stemmen: Bourdon 16', Octaav 8', Octaav 4', Mixtuut en Bazuin 16'. Stomme Registers: Tramblant, Coppeling van 't Hand-Clavier, Coppeling van 't Voet-Clavier. |
Verschillende disposities |
|
Literatuur |
|
Opnamen |
|
Links |
http://jacobiconcerten.webklik.nl/page/orgels |
|
|
|
|
|
|