Volledige beschrijving geselecteerd orgel
Bron: Postcard
Breda, Nederland (Noord-Brabant) - Grote Kerk
Gemeente: Breda
Adres: Kerkplein 2, 4811 XT, Breda
Website: http://www.grotekerkbreda.nl/
http://www.protestantsegemeentebreda.nl/
Beschrijving nr.: 1000757.
Gebouwd door: Hans Graurock (1534)
In 1969 door Flentrop volledig omgebouwd. (1969)
Technische gegevens
Dispositie
Hoofdwerk (C-g'''): Prestant 16' - deels 1893, Bourdon 16', Octaaf 8', Holpijp 8', Cello 8' - 1893, Octaaf 4', Fluit 4', Quint 2 2/3', Mixtuur III-IV sterk, Cornet V sterk, Trompet 8', Klaroen 4' - 1893.
Rugwerk (C-g'''): Prestant 8' - deels 1893, Holpijp 8', Dolce 8', Viola di Gamba 8', Voix Céleste 8' (discant) - 1893, Octaaf 4' - deels 1893, Flûte Harmonique 4' - 1893, Piccolo 2' - 1893, Klarinet 8'.
Pedaal (C-d'): Subbas 16' - 1893, Octaafbas 8' - 1893, Holpijp 8' - 1893, Fagot 16' - 1893.
Bron: Postcard
Breda, Nederland (Noord-Brabant) - Grote Kerk
Gemeente: Breda
Adres: Kerkplein 2, 4811 XT, Breda
Website: http://www.grotekerkbreda.nl/
http://www.protestantsegemeentebreda.nl/
Beschrijving nr.: 1000757.
Gebouwd door: Hans Graurock (1534)
In 1969 door Flentrop volledig omgebouwd. (1969)
Jaar | Orgelbouwer | Opus | Activiteit | 1534 | Hans Graurock | nieuwbouw | 1657 | Jan Rijmsmit | diverse werkzaamheden | 1712 | Jacobus Zeemans | ombouw | 1758 | Johann Heinrich Hartmann Bätz | restauratie | 1789 | Johannes Schot | restauratie en uitbreiding | 1792 | Anthonie Christiaenen | restauratie en uitbreiding | 1893 | Jacobus Johannus van den Bijlaardt | ombouw | 1937 | Hendrick Wicher Flentrop | restauratie en uitbreiding |
- In 1534 werd het oude orgel in de Grote Kerk in Breda vervangen door een nieuw, zeer waarschijnlijk gebouwd door Hans Graurock uit Zutphen. Het orgel had een hoofdwerk met 10 stemmen, een rugwerk met 4 stemmen (waaronder 3 tongwerken) en een pedaal met twee registers. Er was nog een aparte borstwerklade met 3 registers, zonder eigen klavier. Het orgel stond opgesteld in het zuidertransept.
- In 1664 werd besloten om de gemeentezang van de inmiddels protestantse kerk met orgel te gaan begeleiden. De plaats van het instrument was daarvoor niet erg geschikt, en in 1710 bood Jacobus Zeemans, sinds 1706 organist van de kerk, aan het orgel te verplaatsen naar de torenwand. De plannen hiertoe dateerden reeds uit 1694, maar deze werden uitgesteld door een torenbrand in dat jaar. Hij kreeg de opdracht in januari 1711, en was in december 1712 klaar. Hij kreeg ook de opdracht het orgel te moderniseren, maar hij veranderde niets aan de klavieromvang en de windladen. Hij maakte van de oude hoofdwerkkas een rugwerk, en werd een nieuwe hoofdwerkkas gemaakt. Het pedaal en het borstwerk kwamen te vervallen. In de kerk werd een gordijn gespannen om het koor van het schip te scheiden. De nieuwe hoofdwerkkas was gebouwd door Zeemans samen met stadstimmerman Van Gils. Het werk moest goedkoop blijven. Er is dan ook veel oude materiaal gebruikt. De loze frontpijpen waren van hout gemaakt. De dispositie werd zelfs kleiner dan die van het oude orgel.
- J.H.H. Bätz inspecteerde het orgel rond 1758. Hij maakte nieuwe balgen, en verving een deel van het pijpwerk door nieuw. De oude windladen uit 1534 werden pas in de jaren 1785-1792 vervangen. Het orgel werd in die jaren uitgebreid en vernieuwd door Johannes Schot uit Breda (1785-1789) en Anthonie Christiaenen (1790-1792). Het orgel had toen 13 registers op het hoofdwerk, en negen op het rugpositief, en een aangehangen pedaal. Gedurende de negentiende eeuw bleef het instrument ongewijzigd. Het onderhoud was in handen van Cornelis van Oeckelen, die in 1815 enkele kleine veranderingen doorvoerde, en later van de fa. Stulting & Maarschalkerweerd. Deze firma voerden groot herstel uit in 1843.
- In 1893 werd het instrument gerestaureerd en aangepast aan de smaak van de tijd door J. van den Bijlaardt. Hij maakte een zelfstandig pedaal, en verving enkele stemmen door andere. Al vanaf de jaren dertig was de kerk geregeld in restauratie. Het gevolg was dat het orgel in 1936 door A. Bik werd gedemonteerd, en op verschillende plaatsen (zonder kas) werd opgesteld. In 1937 kreeg Hendrick Wicher Flentrop de opdracht het orgel t.z.t. te herplaatsen, en de dispositie te herstellen naar de situatie van 1712. Deze werkzaamheden zijn echter niet uitgevoerd.
- De oude kas is in de jaren vijftig gesloopt, omdat ze geen artistieke waarde zou hebben, maar vooral omdat ze te klein was voor de nieuwbouwplannen van de organist en de firma Flentrop. Het nieuwe instrument werd in 1969 voltooid, het lofwerk pas in 1975. Het nieuwe orgel bevat geen werk meer van Zeemans.
Technische gegevens
Aantal registers per werk | |
- Hoofdwerk | 12 |
- Rugwerk | 9 |
- Pedaal | 4 |
Totaal aantal stemmen | 25 |
Toetstractuur | Mechanisch |
Registertractuur | Mechanisch |
Windlade(n) | Sleepladen |
Dispositie
Hoofdwerk (C-g'''): Prestant 16' - deels 1893, Bourdon 16', Octaaf 8', Holpijp 8', Cello 8' - 1893, Octaaf 4', Fluit 4', Quint 2 2/3', Mixtuur III-IV sterk, Cornet V sterk, Trompet 8', Klaroen 4' - 1893.
Rugwerk (C-g'''): Prestant 8' - deels 1893, Holpijp 8', Dolce 8', Viola di Gamba 8', Voix Céleste 8' (discant) - 1893, Octaaf 4' - deels 1893, Flûte Harmonique 4' - 1893, Piccolo 2' - 1893, Klarinet 8'.
Pedaal (C-d'): Subbas 16' - 1893, Octaafbas 8' - 1893, Holpijp 8' - 1893, Fagot 16' - 1893.
Overige dispositiegegevens | |
---|---|
Hess (1774) |
Het Orgel in de Groote-Kerk, met twee Hand-Clavieren en een aangehangen-Pedaal, heeft 16 stemmen. Manuaal, 11 stemmen: Praestant 8', Holpyp 8', Octaav 4', Super Oct. 2', Gemshoorn 2', Quint 3', Sup. Quint 1 1/2', Scherp, Cornet, Mixtuur en Trompet 8'. Positief, 5 stemmen: Quintadeen 8', Praestant 4', Octaav 2', Sexquialtra en Tertiaan. Tot dit werk is (behalven de 4 Blaasbalgen van 7 1/2 voeten lang en 4 1/2 vt. breet) een Tramblant en Ventiel. Het Manuaal begint met Contra F. en gaat boven de 4 Octaaven tot d. in tegendeel is het Positief maar kort Octaav. Dit Orgel is door den Voorzaat van den Heer Stockelmans, Organist van deeze Kerk, uit een klein oud Orgel, waar in nog een Springlade gevonden wierd, aldus vergroot. |
Broekhuijzen (1855) |
Hoofdwerk: Prestant 16' (gehalveerd), Bourdon 16', Prestant 8', Holpijp 8', Quint 6' (discant), Superoctaaf 4', Toezijn 4', Fluit 4', Quint 3', Mixtuur III-IV sterk, Cornet V sterk (discant), Trompet 8' en Vox Humana 8'. Rugpositief: Prestant 8', Holpijp 8', Octaaf 4', Fluit 4' (bas) - 8' (discant), Fluit d'Amour 4', Superoctaaf 2', Flageolet 1', Cornet III sterk, Basson 8' (bas) en Clarinet 8' (discant). Pedaal: Aangehangen. |
Verschillende disposities |
|
Literatuur |
|
|
|
|
|