Volledige beschrijving geselecteerd orgel
Beierfeld, Deutschland (Sachsen) - Christuskirche
Gemeente: Grünhain-Beierfeld
Streek:Erzgebirge
Adres: August-Bebel-Straße, 08344, Grünhain-Beierfeld
Website: http://www.christuskirchgemeinde-beierfeld.de/
Beschrijving nr.: 2031529.
Gebouwd door: Bruno Kircheisen (1898)
Bij de bouw van de Christuskirche werd een orgelkas geleverd door Otto Paulig uit Dresden. Bruno Kircheisen bouwde een orgel in deze kas met twintig stemmen, dat in september 1898 in gebruik is genomen. Het instrument werd in 1921 omgebouwd en uitgebreid door de firma Eule.
Technische gegevens
Dispositie
Hauptwerk (C-f'''): Bordun 16', Prinzipal 8', Gamba 8', Hohlflöte 8', Rohrflöte 8', Oktave 4', Gemshorn 4', Quinte 2 2/3', Oktave 2', Mixtur 4 fach.
Schwellwerk (C-f'''): Geigenprinzipal 8', Gedeckt 8', Aeoline 8', Dolce 8', Violine 8', Dolce 4', Viola 4', Waldflöte 2'.
Pedal (C-d'): Violonbass 16', Subbass 16', Prinzipalbass 8', Cello 8'.
Koppelingen: Manual I - Manual II, Manual I - Manual II 16', Manual II - Manual II 4', Pedal - Manual I.
Speelhulpen: Mezzoforte, Forte, Crescendo.
Beierfeld, Deutschland (Sachsen) - Christuskirche
Gemeente: Grünhain-Beierfeld
Streek:Erzgebirge
Adres: August-Bebel-Straße, 08344, Grünhain-Beierfeld
Website: http://www.christuskirchgemeinde-beierfeld.de/
Beschrijving nr.: 2031529.
Gebouwd door: Bruno Kircheisen (1898)
| Jaar | Orgelbouwer | Opus | Activiteit | 1898 | Bruno Kircheisen | nieuwbouw | 1921 | Eule Orgelbau | 156 | ombouw |
Bij de bouw van de Christuskirche werd een orgelkas geleverd door Otto Paulig uit Dresden. Bruno Kircheisen bouwde een orgel in deze kas met twintig stemmen, dat in september 1898 in gebruik is genomen. Het instrument werd in 1921 omgebouwd en uitgebreid door de firma Eule.
Technische gegevens
| Aantal registers per werk | |
| - Hauptwerk | 10 |
| - Schwellwerk | 8 |
| - Pedal | 4 |
| Totaal aantal stemmen | 22 |
| Toetstractuur | Pneumatisch |
| Registertractuur | Pneumatisch |
| Windlade(n) | Kegelladen |
Dispositie
Hauptwerk (C-f'''): Bordun 16', Prinzipal 8', Gamba 8', Hohlflöte 8', Rohrflöte 8', Oktave 4', Gemshorn 4', Quinte 2 2/3', Oktave 2', Mixtur 4 fach.
Schwellwerk (C-f'''): Geigenprinzipal 8', Gedeckt 8', Aeoline 8', Dolce 8', Violine 8', Dolce 4', Viola 4', Waldflöte 2'.
Pedal (C-d'): Violonbass 16', Subbass 16', Prinzipalbass 8', Cello 8'.
Koppelingen: Manual I - Manual II, Manual I - Manual II 16', Manual II - Manual II 4', Pedal - Manual I.
Speelhulpen: Mezzoforte, Forte, Crescendo.
| Overige dispositiegegevens | |
|---|---|
| Verschillende disposities |
De dispositie luidde oorspronkelijk (1898): Hauptwerk (C-f'''): Bordun 16', Principal 8', Gambe 8', Hohlflöte 8', Rohrflöte 8', Octave 4', Gemshorn 4', Quinte 3', Octave 2', Mixtur 4 fach. Oberwerk (C-f'''): Geigenprincipal 8', Gedackt 8', Aeoline 8', Viola 4', Dolce 4', Waldflöte 2'. Pedal (C-d'): Principalbaß 16', Subbaß 16', Principalbaß 8', Cellobaß 8'. Nebenzüge: Manualcoppel, Pedalcoppel, Principalchor, Gambenchor, Tutti. |
| Literatuur |
|