Volledige beschrijving geselecteerd orgel
Bron: Studio Herbert Fasching, Wilhelmsburg
Wien, Österreich (Wien) - Musikverein, Grosser Saal der Musikfreunde
Gemeente: Wien
Adres: Bösendorferstraße 12, 1010, Wien 1
Beschrijving nr.: 2002829.
Gebouwd door: Rieger Orgelbau (2011)
Het orgel bevat ouder materiaal: Orgelkas en pijpwerk uit 1872 van Ladegast & Sohn
In 1870 nam de vereniging van muziekvrienden in Wenen een eigen concertgebouw in gebruik. Het is ontworpen door Theophil Hansen. Het grote orgel in de Grosser Saal is in de loop van de tijd steeds gegroeid. Het oorspronkelijke Ladegast-instrument telde 52 registers, verdeeld over drie klavieren en pedaal. De orgelkas en het front zijn ook ontworpen door Hansen. Dit orgel werd op 5 november 1872 opgeleverd. In 1886 is aan het orgel gewerkt door de firma Brauner, die met name aan het derde manuaal werkten. Zij maakten de tractuur van dit manuaal electro-pneumatisch. In 1907 herbouwde Rieger het orgel. Het werd uitgebreid met een vierde manuaal, en kwam het aantal stemmen op 71. Na een ombouw door Molzer in 1948 had het 80 stemmen, en sinds de restauratie en uitbreiding door de firma Walcker in 1968 had het orgel 100 stemmen. Adviseur bij deze ombouw was Karl Richter. In 2008 is de firma Rieger gestart met een herbouw van het orgel met 86 stemmen. Op 26 maart 2011 kon dit orgel in gebruik worden genomen. Het werd hierbij onder andere bespeeld door Peter Planyavsky.
Technische gegevens
Dispositie
Hauptwerk (C-c''''): Principal 16', Violon 16', Principal 8', Flûte Major 8', Gamba 8', Gedackt 8', Gemshorn 8', Octave 4', Salicional 4', Spitzflöte 4', Quinte 2 2/3', Superoctave 2', Cornet 5 fach (8'), Großmixtur 4-6 fach (2 2/3'), Mixtur 4-5 fach (1 1/3'), Trompete 16', Trompete 8', Trompete 4'.
Orchesterwerk (Expressiv) (C-c''''): Lieblich Gedackt 16', Geigenprincipal 8', Viola da Gamba 8', Salicional 8', Wienerflöte 8', Blockflöte 8', Holzgedackt 8', Octave 4', Viola 4', Gedecktflöte 4', Octave 2', Mixtur 4 fach (2'), Harmonia Aetherea 2-5 fach (2 2/3'), Fagott 16', Euphonium 8', Oboe 8', Klarinette 8', Tremulant.
Schwellwerk (C-c''''): Salicet 16', Principalviolon 8', Gambe 8', Aeoline 8', Voix Céleste 8', Flûte Harmonique 8', Bourdon 8', Flûte Octaviante 4', Fugara 4', Nazard Harmonique 2 2/3', Octavin 2', Tierce Harmonique 1 3/5', Sifflet 1', Fourniture 5 fach (2'), Basson 16', Trompette Harmonique 8', Hautbois 8', Clairon Harmonique 4', Voix Humaine 8', Tremulant.
Solo (C-c''''): Quintatön 16', Diapason 8', Flauto Amabile 8', Doppelflöte 8', Prestant 4', Traversflöte 4', Nasard 2 2/3', Flöte 2', Terz 1 3/5', Larigot 1 1/3', Mixtur 4 fach (1 1/3'), Englischhorn 8', Trompette Royal 8', Tuba 8'.
Pedal (C-g'): Kontrabass 32', Kontrabass 16', Violonbass 16', Salicetbass 16', Octavbass 8', Flöte 8', Flöte 4', Rauschpfeife 3 fach (2 2/3'), Kontraposaune 32', Posaune 16', Fagott 16', Trompete 8', Clairon 4'.
Orchesterpedal (Expressiv): Subbass 32', Subbass 16', Violon 8', Gedackt 8', Bassklarinette 16'.
Bron: Studio Herbert Fasching, Wilhelmsburg
Wien, Österreich (Wien) - Musikverein, Grosser Saal der Musikfreunde
Gemeente: Wien
Adres: Bösendorferstraße 12, 1010, Wien 1
Beschrijving nr.: 2002829.
Gebouwd door: Rieger Orgelbau (2011)
Het orgel bevat ouder materiaal: Orgelkas en pijpwerk uit 1872 van Ladegast & Sohn
Jaar | Orgelbouwer | Opus | Activiteit | 1872 | Ladegast & Sohn | 61 | nieuwbouw | 1886 | Gebrüder Brauner | diverse werkzaamheden | 1907 | Rieger Orgelbau | nieuwbouw in bestaande kas | 1948 | Ferdinand Molzer | restauratie en uitbreiding | 1968 | E.F. Walcker & Cie. | 5300 | restauratie en uitbreiding | 2011 | Rieger Orgelbau | nieuwbouw in bestaande kas |
In 1870 nam de vereniging van muziekvrienden in Wenen een eigen concertgebouw in gebruik. Het is ontworpen door Theophil Hansen. Het grote orgel in de Grosser Saal is in de loop van de tijd steeds gegroeid. Het oorspronkelijke Ladegast-instrument telde 52 registers, verdeeld over drie klavieren en pedaal. De orgelkas en het front zijn ook ontworpen door Hansen. Dit orgel werd op 5 november 1872 opgeleverd. In 1886 is aan het orgel gewerkt door de firma Brauner, die met name aan het derde manuaal werkten. Zij maakten de tractuur van dit manuaal electro-pneumatisch. In 1907 herbouwde Rieger het orgel. Het werd uitgebreid met een vierde manuaal, en kwam het aantal stemmen op 71. Na een ombouw door Molzer in 1948 had het 80 stemmen, en sinds de restauratie en uitbreiding door de firma Walcker in 1968 had het orgel 100 stemmen. Adviseur bij deze ombouw was Karl Richter. In 2008 is de firma Rieger gestart met een herbouw van het orgel met 86 stemmen. Op 26 maart 2011 kon dit orgel in gebruik worden genomen. Het werd hierbij onder andere bespeeld door Peter Planyavsky.
Technische gegevens
Aantal registers per werk | |
- Hauptwerk | 18 |
- Orchesterwerk (Expressiv) | 17 |
- Schwellwerk | 19 |
- Solo | 14 |
- Pedal | 13 |
- Orchesterpedal (Expressiv) | 5 |
Totaal aantal stemmen | 86 |
Toetstractuur | Mechanisch |
Registertractuur | Electrisch |
Windlade(n) | Sleepladen |
Dispositie
Hauptwerk (C-c''''): Principal 16', Violon 16', Principal 8', Flûte Major 8', Gamba 8', Gedackt 8', Gemshorn 8', Octave 4', Salicional 4', Spitzflöte 4', Quinte 2 2/3', Superoctave 2', Cornet 5 fach (8'), Großmixtur 4-6 fach (2 2/3'), Mixtur 4-5 fach (1 1/3'), Trompete 16', Trompete 8', Trompete 4'.
Orchesterwerk (Expressiv) (C-c''''): Lieblich Gedackt 16', Geigenprincipal 8', Viola da Gamba 8', Salicional 8', Wienerflöte 8', Blockflöte 8', Holzgedackt 8', Octave 4', Viola 4', Gedecktflöte 4', Octave 2', Mixtur 4 fach (2'), Harmonia Aetherea 2-5 fach (2 2/3'), Fagott 16', Euphonium 8', Oboe 8', Klarinette 8', Tremulant.
Schwellwerk (C-c''''): Salicet 16', Principalviolon 8', Gambe 8', Aeoline 8', Voix Céleste 8', Flûte Harmonique 8', Bourdon 8', Flûte Octaviante 4', Fugara 4', Nazard Harmonique 2 2/3', Octavin 2', Tierce Harmonique 1 3/5', Sifflet 1', Fourniture 5 fach (2'), Basson 16', Trompette Harmonique 8', Hautbois 8', Clairon Harmonique 4', Voix Humaine 8', Tremulant.
Solo (C-c''''): Quintatön 16', Diapason 8', Flauto Amabile 8', Doppelflöte 8', Prestant 4', Traversflöte 4', Nasard 2 2/3', Flöte 2', Terz 1 3/5', Larigot 1 1/3', Mixtur 4 fach (1 1/3'), Englischhorn 8', Trompette Royal 8', Tuba 8'.
Pedal (C-g'): Kontrabass 32', Kontrabass 16', Violonbass 16', Salicetbass 16', Octavbass 8', Flöte 8', Flöte 4', Rauschpfeife 3 fach (2 2/3'), Kontraposaune 32', Posaune 16', Fagott 16', Trompete 8', Clairon 4'.
Orchesterpedal (Expressiv): Subbass 32', Subbass 16', Violon 8', Gedackt 8', Bassklarinette 16'.
Overige dispositiegegevens | |
---|---|
Verschillende disposities |
|
Literatuur |
|
Opnamen |
Paul Hindemith : Organ concertos, Suite for mechanical organ / Martin Haselböck m.m.v. Vienna Symphony Orchestra o.l.v. Frühbeck de Burgos. - Koch Swann O1202-2 H1 (CD). |
Links |
http://www.rieger-orgelbau.com/details/project/WienMusikv |
|
|